Een trio natuurblogs deze keer. Plaats van verwondering dit keer: De Weerribben. In deze tijd van het jaar qua vogels stil, qua insecten een eldorado.
Op gegeven moment komt er een stel uit, ik meen België, bij ons op de bank zitten. Of we die bijzondere vlinder al gezien hebben, kom, hoe heet die nou toch? Vastberaden roep ik ‘Koninginnepage !’ maar krijg slechts een meewarige blik. ‘Nee, de zilveren maan !’.
Normaal is de man de vlindergek en hobbelt de vrouw er achter aan. Hier is het duidelijk dat de vrouw de vlinderbroek aan heeft. De zilveren maan.. soms zijn de namen van vlinders nog mooier dan de vlinder zelf. We blijken al langs het veldje gelopen te hebben waar ze te zien zijn. We hebben ze, blijkbaar, al gezien. Maar ja, een oranje vlinder..
Was ik de afgelopen dagen al verrukt door de oranje kleine parelmoervlinder en de oranje gehakkelde aurelia, de kennis kan altijd vergroot worden. Terug naar het veldje waar zich een stoet aan mensen heeft verzameld, iet allemaal even geduldig. Men loopt nogal eens het veld in, de vlinders achteraan. Die echter, soorteigen ? – de neiging te hebben continue door te vliegen, niet te stoppen, laat staan op een bloem neer te strijken.
Ik besluit gewoon op afstand te blijven en natuurlijk, dan trekt zo’n vlinder gewoon rakelings langs je voorbij. Hij is op het filmpje 0,3 seconden te zien. Tja, het is een onrustige soort. Maar de koek blijkt nog láng niet op deze middag.
Bijna religieus worden vlinderliefhebbers bij het zien van deze grote bordbelofte.

De grote vuurvlinder. Wordt iets wat zeldzaam is, automatisch mooier? Waarschijnlijk wel, maar in dit geval is het terecht. Even buiten restaurant De Weerribben – ga daar na afloop een stevig bier drinken en verwonder u over de jaren 80 haarmatten van eigenaar en eigenaresse – langs de weg, tussen de sloot en de weg in, openbaart zich het fenomeen. Uiteraard staan hier ook weer diverse mensen op scherp, maar deze vlinder blijkt zich vrij eenvoudig te laten bekijken en vast te leggen.
En eerlijk is eerlijk: het is een wonder van schoonheid die je dag máákt.


Oranje van binnen met blauw aan de buitenkant is het een unieke verschijning. Létterlijk: de vlinder komt alleen hier en in de directe omgeving voor. Elders op de wereld zult u hem tevergeefs zoeken.

Eenzelfde opwinding als de keer dat ik de grote weerschijnvlinder voor het eerst zag, maakt zich van mij meester. Juíst: dít is waarom ik naar het oosten van het land verhuisd ben. Ál die natuur, ál die verrassingen. Weer leven ín en mét de seizoenen. Onbetaalbaar.
We strijken neer op het terras nemen een stevig Belgisch bier en bedenken dat het helemaal geen dag is om naar huis te gaan.
Nóg is dan de koek niet op en wacht een vroege avond surprise. Onderweg naar Wanneperveen houden we nog even pauze bij een gebied waar zilverreigers, lepelaars en purperreigers broeden. En jawel: de purperreigers zijn er te zien: bij de vleet. Van zeer ver af leg ik een jong vast die mij heel strak lijkt aan te kijken.

Het is sowieso aangenaam buiten. De hitte en ongenadige non-stop zon van vooral juni heeft plaatsgemaakt voor doorstroomd Hollands zomerweer bij een graadje of 22, 24. Méér van dit soort dagen !

We komen dan aan bij de zogeheten Kiersche Wijde. Er worden daar wel eens koninginnepages gezien. Geen zekerheidje natuurlijk, maar wie weet..

Het loopt al na zessen en ik denk dat we al te laat zijn. De lucht betrekt en de broeierige warmte van de middag verdwijnt. Plotseling is hij daar: de koninginnepage. Niet te missen. Grot, veel langzamer fladderend dan andere vlinders. Uniek in zijn verschijning.


Qua vlieggedrag het recht tegenovergestelde van de zilveren maanvlinder. Als ie eenmaal ergens neer strijkt dan blijft hij er wel even zitten. Wonder van schoonheid. Een vlinder die je vroeger alleen in Zuid Europese landen zag. Met héél veel geluk in het uiterste zuiden van Limburg. Tegenwoordig dus, ieder jaar, zo noordelijk als de kop van Overijssel. En wellicht komt hij nog noordelijker voor. Toch sta je gek te kijken. Je waant je op vakantie, in een mediterraan land. Maar het is Nederland. De blauwgraslanden in de Wieden.
Méér dan tevreden gaan we langzamerhand huiswaarts. De lucht betrekt en de koninginnepage is gevlogen. Terug lopend laat hij zich nog één keer zien. Totaal ‘stilzithangend’ aan een distel. Door zijn formaat valt hij op. Het is een zoekplaatje. Zoekt en gij zult vinden.


Een onvergetelijke middag. Een purperreiger tenslotte – herkenbaar aan zijn compactere vlucht, meer ingetrokken nek en donkerder bruine verschijning in de vlucht – vliegt over ons heen.
De rijkdom van natuur in het oosten van het land is ongeëvenaard. Hier voel je je iedere dag rijk.
