Het ossenhoornblazen bij Markelo: het stond al jaren lang op mijn verlanglijstje. Als één van dé decembertradities in het oosten van het land leek het mij een mooie afwisseling met de gekende midwinterhoorn. De wandeling die uitgezet was vanaf het openlucht theater en tien kilometer bedroeg, was eigenlijk te druk en tot bijna bij het eind hoorde ik niets. Maar dat bleek dus onbewust. Wat ik hield voor een lang aangehouden lage toeter van een vrachtwagen, bleek dus, uiteindelijk, een groep ossenhoornblazers te zijn. Ze waren prachtig gepositioneerd op een heuvel vlak bij Markelo, en er was ook een midwinterhoornblazer naast gezet. Dat had van mij niet gehoeven want wat is het geluid van zo’n koehoorn, zeker als deze samen met meerdere mensen geblazen wordt, intrigerend.
Het is maar goed dat niet tijdens de hele wandeling de ossenhoorns te horen waren, want wat is dit een totaal ander geluid dan de midwinterhoorn. Het geluid van een ossenhoorn kruipt onder je huid en heeft iets ontregelends omdat je een geluid hoort wat al duizenden jaren oud is. Een oer geluid. Ik bedenk me hoe ik dit geluid zou vinden als ik het totaal onverwacht – en niet kennend – zou horen, ergens in een bos tegen schemer of in het donker. Of ergens overnachtend in zo’n bos of daar vlak bij. Misschien heeft het wel hetzelfde effect als dat je het geluid van een wolf op zo’n moment zou voelen. Kippenvel.
Verwacht geen melodie. De enige “melodie” die je zou kunnen ontwaren is het op net verschillende tijdstippen inzetten van de ossenhoornblazers van hun ossenhoorn. Het is één toon, rechtdoor, alsof je weer terug bent in de mistige jaren 70 en begin jaren 80 met de misthoorn van Scheveningen. Die misthoorn hoorde je de hele dag door en voor de een kon het iets rustgevends zijn, voor de ander iets gekmakends.
Met de ossenhoorn ben ik er nog niet uit. hij bezorgt mij een soort geestelijk kippenvel. Zo klonk “muziek” dus voordat deze term in zwang kwam. Oermuziek. Oerklanken. Fascinerend te bedenken wie er ooit op gekomen is, geluid voort te brengen uit zo’n runderhoorn. Net zoals de midwinterhoorn is de ossenhoorn op kilometers afstand te horen.

Van oorsprong werd de koehoorn in geheel west Twente bespeeld, maar tegen het eind van de 19e eeuw verdween het gebruik. Uit opgravingen in Friesland blijkt dat de ossenhoorn al in het begin van onze jaartelling als blaasinstrument werd gebruikt. Van oorsprong – in de 19e eeuw – werd er alleen geblazen op op “Mirreweentersoavond in’ tweedonker” (Kerstavond in de avondschemering). Dit gebeurde bij het erve Görink waar vandaag de dag nog twee 200 jaar oude runderhoorns bewaard worden. De volgende ochtend werd dan nog een keer geblazen als aankondiging van de kerstdienst. Tegenwoordig wordt – sinds 1988 – het gebruik weer nieuw leven ingeblazen en kan men de ossenhoornblazers tijdens heel december op zondagen in en rond Markelo horen.
De ossenhoornblazers beluisterend kan men maar tot een conclusie komen: zij laten de echte “oale roop” horen, in zijn oervorm. Ongemakkelijk. Fascinerend. Ronduit mysterieus. Het geluid schuurt met ieders idee van harmonie of warme klanken. De klank van de ossenhoorns: december op zijn meest mysterieus.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.