
Het is – gelukkig – weer december. De dvd met de documentaire Winterwende van Geertjan Lassche en Margje Fikse over volksgeloof in Overijssel en in bijzonder het volksgeloof in de aanloop naar de winter en de decembermaand, had ik al jaren in huis maar nog niet eerder bekeken. Alsnog, en daarom: een recensie. Het kleinood wordt, ook na tien jaar, nog ieder jaar in deze tijd vertoont in obscure veldschuren en wat dies meer zij. Al gauw zijn dit soort bijeenkomsten uitverkocht. Of de dvd nog te verkrijgen is, weet ik niet, maar ik moest het jaren terug al doen met alleen de dvd’s (Winterwende heeft als tegenhanger de documentaire Zonnewende, red.), de dvd hoes met artwork was al niet meer te verkrijgen.
Winterwende ontvouwt zich onderhuids als een subtiele thriller, die je langzaam en onontkoombaar – als je het door krijgt is het al te laat – een wereld in trekt die ons in de hedendaagse tijd vreemd lijkt te zijn geworden. In het begin zien we Margje Fikse op een nog zomers ogende dag de IJssel in gaan om te zwemmen. De documentaire komt verraderlijk traag op gang, alsof we in de lome jaren zeventig zijn aanbeland. Die traagheid blijkt na een kwartier al de enorme kracht van het geheel. De traagheid hypnotiseert welhaast. De witte Mercedes oldtimer waarmee ze zich door het landschap begeeft gaat verderop in de film nog een bijzondere rol spelen – welke verklap ik hier niet. Centraal in de documentaire staat de legende van Derk met de Beer – waar we niet een beer, maar een wild zwijn bij moeten bedenken. Derk met de Beer, die op de Kerstavond bij nacht en ontij rondwaart over de donkere erven op het platteland. Derk met den Beer, die Kerstavond overal rondwaart, heeft zijn ontstaan te danken aan: Een zekere boer, dien al zijn vee afstierf, werd daarvoor zoo verwoed, dat hij naar binnen liep, een geweer van de wand greep en daarmee naar buiten stormde, waar hij het geweer in de lucht afschoot, recht naar boven, om Onze Lieve Heer dood te schieten. O.L.H. werd daarover ook boos en veranderde hem in Derk met den Beer.
Op Kerstavond moet iedereen zijn losse spullen rondom en op het erf opgeborgen hebben anders zal Derk met de Beer het vertrappen. Sowieso is het een avond om binnen te blijven. Men wil zo’n personage, ook wel verbeeld met een aantal wilde honden als gezelschap, niet tegenkomen.
Winterwende begint als een lome nazomer achternamiddag, en Margje steekt haar licht op bij de plattelanders van Overijssel. Haar nieuwsgierigheid wordt aanvankelijk met de nodige reserve bekeken. Dóórvragen wordt niet erg op prijs gesteld: dan begeef je je op gevaarlijk terrein. IJzersterk aan Winterwende is, dat het ons een wereld binnen trekt die, naarmate we de schemer en later het ronduit donker ingetrokken worden, betovert. Om dat gevoel te kunnen voelen moet je misschien in het oosten van het land wonen, maar het is er. Moeilijk in woorden te vangen. Zelfs de gelovige dominee die als een rode draad en tegenhanger van de niet nuchtere belevingswereld door de documentaire ten tonele verschijnt is dualistisch in zijn geloof. Bijgeloof bestaat naast het geloof. Maar is dat bijgeloof niet het echte geloof?
Door een bos wandelend belanden Margje en de dominee opeens bij een verlaten boerderij, in verbazing dat deze hier staat, letterlijk ín het bos. Nauwelijks toegankelijk naderen ze de boerderij en voelt de dominee dat hij vast komt te zitten in het struikgewas, alsof een onzichtbare hand zegt: “Tot hier en niet verder.” De gelovige, de dominee, roept hier met zijn ongeloof dát op wat niet te vangen is en Margje reageert op deze andere zijde van het geloof, het bijgeloof, met ongeloof.
Ondertussen duikt Margje de archieven in, op zoek naar de oorsprong van de mythe van Derk met de Beer, en komt op een oude vruchtbaarheidscultus uit, die we, voor wie de geschiedenis nog kent – of de nog huidig bestaande gebruiken – terug ziet in de roe van zwarte piet en, sterker, met Sunneklaas op het eiland Texel, waar op de avond – weer die avond – op 5 december de vrouwen van straat moeten zijn omdat dan de straat van de zwarte figuren is.
Opeens slaat het noodlot toe, en Margje vraagt zich af of ze met haar gegraaf naar de duistere kant van het einde van het jaar ze zich dit niet op zichzelf afgeroepen heeft. De dominee bezoekt haar en tenslotte zij ook weer de dominee. Op die momenten spreekt hij geruststellende woorden tegen haar, maar is dat vooral om zijn stille twijfel de mond te snoeren en nu, met het geloof, het bijgeloof niet dichterbij te laten komen?
Winterwende eindigt op de Kerstavond als Margje in het donker samen met, wat ik zo noem, een natuurman, op Derk en de Beer wacht. Er gebeurt dan niets, aan de hemel trekt een flink koppel ganzen langs en er wordt wat lacherig gedaan. Oudjaar komt en de documentaire besluit met, opnieuw, de IJssel waar Margje in wintersferen naar kijkt. De betovering lijkt verbroken, maar het is precies dát, waar we na een uur in zijn gezogen en iets heeft ons bekropen: diezelfde betovering die vroeger zo gewoon was; het niet alles (willen) weten en leven met een levendige verbeelding van alles om ons heen wat niet direct verklaarbaar was of overgangen in het jaar, of zelfs binnen een seizoen op zich, kleur gaf en saamhorigheid in een gedeeld verhaal, al dan niet streekgebonden.
Voor wie die betovering in een schijnbaar onttoverde wereld, weer wil voelen en ervaren, is Winterwende een schat die uitnodigt tot meer. In een veldschuur of in ons eigen huis, op een donkere decembermiddag of avond. Voor wie nog niet ingewijd is, zal december nooit meer hetzelfde zijn en een maand om, ieder jaar opnieuw, naar uit te kijken.

Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.