Afgelopen februari trok er een behoorlijk krachtige storm over het land. Omdat de wind uit het westen tot noordwesten kwam, was er ook in het binnenland schade. Een boerderij waar kerkuilen, sinds jaar en dag, broedden had flinke averij opgelopen. Delen van het pannendak waren weggewaaid en de kerkuil kast welke hoog boven de vliering hing, was omlaag gevallen en lag stuk op de deel.
Ik hoorde hier pas afgelopen september over en dacht: wat nu? Ik wilde alles op alles zetten om het paar kerkuilen een nieuwe haven te geven. Ik sprak eerst met de eigenaar van de boerderij waar ze altijd gezeten hadden. Aanvankelijk dacht ik dat ze er eenvoudigweg geen zin meer in hadden. Dat bleek toch genuanceerder te liggen. Ze fokken paarden en met name de jonge paarden zijn behoorlijk stressgevoelig. Wanneer de kerkuilen in de schuur aan het jagen gingen op muizen en een duikvlucht maakten schrokken de paarden daar enorm van. In paniek kan een paard dan een val maken en een been breken. Een paard met een gebroken been is vaak fataal en moet dan afgemaakt worden. Daar sta je niet bij stil eerst, dat de aanwezigheid van kerkuilen in een stal deze gevolgen kunnen hebben. Maar.. ik ben dan altijd geneigd te denken: ‘Wat dan?’ En als duidelijk is wat de oplossing is, deze zo snel mogelijk uit te voeren. Niet dralen. Kerkuilen hebben die kast gewoon keihard nodig als overnachtingsplaats in de winter. Het biedt toch extra bescherming, voorafgaande aan het broedseizoen komend jaar. En hopelijk vele daarna.

Op de foto is de boerderij te zien waar de kerkuilen broeden (oranje pannendak). Ik hoorde van de links naastgelegen boerderij dat de kerkuilen nog wel in de buurt zaten, ook al hebben zij dit jaar – ogenschijnlijk – niet kunnen broeden wegens gebrek aan een nestgelegenheid. Op het rijpad naar de deel zag de eigenaar ook wel braakballen liggen. Zaak dus om in actie te komen, liefst voor de winter nog. Met een paar mensen van de Roofvogel- en uilenwerkgroep Zwolle en omstreken ging ik langs. De eigenaar, Wilhelm Wijnhoud bleek een natuurliefhebber. Boerenzwaluwen huisden in de stal en waar maar gelegenheid is. Hij was gelukkig bereid de kerkuilen een nieuw huis te geven. Maar waar?

Aanvankelijk had ik een plek bedacht, zij het sterk geïmproviseerd, onder het dak van de voormalige hooischuur, waar nu een woonverblijf annex kantoorruimte is. Maar echt donker en afgesloten was dit niet en het ijzer van de hooibergbekapping zou in de zomer te hoge temperaturen kunnen bereiken wat weer funest zou zijn voor jonge kerkuilen. Gelukkig had ik om de kerkuilenexpert gevraagd van Zwolle: Henk Selhorst. Die zag een uitgelezen kans in een open schuur achter op het erf. Het type schuur was zelfs ideaal.

Wat verborgen achter de dijk, achter wat bomen leek dit een uitgekiende plek. De kerkuilen konden hier ook vrijuit twee kanten in- en uitvliegen. Redelijk uit de wind. Donker. Een hond loopt continue over het erf en zou een eventuele steenmarter wel wegjagen.

Wilhelm, een, mag ik dat zeggen, begenadigd schilder – wat heeft hij een werk in deze woonboerderij gestoken om alles beter dan perfect te schilderen in passende kleuren – en handige man, had al iets op maat gezaagd om de toch zware kast op te laten rusten in de schuur. Naar boven dan maar..

Een paar lange schroeven er in, en klaar waren we. Nu maar hopen dat de kerkuilen de kast vinden én wat vinden.. het is een prachtige rustige, besloten plek. Hopelijk bewaren we hiermee de kerkuil voor dit deel van de Zalkerdijk. Samen met een steenuiltje die al een jaar lang bivakkeert – zonder nog te broeden, althans daar zijn we ons niet van bewust, een paar woningen verderop – en de altijd aanwezige ransuilen langs de Zalkerdijk is het een bijzonder rijk gebied voor deze vogelsoort.
Wilhelm liet ons de boerderij zien en liet ons zelfs even het uitzicht zien vanaf het dak. Wat is dit toch een mooi gebied. Het is te hopen dat dit altijd zo blijft en woningbouw hier geen vat op dit stuk van Westenholte krijgt.



Dank Wilhelm voor je gastvrije ontvangst voor de uilen en ons.

Op de foto boven rechts het nieuwe onderkomen voor de steenuilen aan de Zalkerdijk.
Terug lopend Westenholte hoor ik vogels alarm slaan. ‘Vast weer een sperwer’ denk ik. Hoe vaak er in Westenholte wel geen sperwers te zien zijn. Op een dak aan de Pepermuntweg zie ik een vogel zitten, maar ik zie het niet goed. Het lijkt toch geen sperwer, hij is te klein. Een lijster? Daar is hij weer te groot en statig voor. Het blijkt, als ik met mijn camera inzoom, een grote lijster te zijn !
Een paar maanden terug meende ik er al één op het plein te horen zingen even. Een vogel op trek? Hij zit er in ieder geval ongestoord bij. Soeverein bijna. De grote lijster heeft een soort chique die boven de gewone lijster uittorent. Maar die gewone lijster zie je ook al niet vaak (meer).



De kerkuilen weer van een nieuw verblijf voorzien, een boerderij van binnen gezien waar ik nog niet eerder binnen was geweest, Wilhelm die mij van wat foto’s heeft voorzien welke ik weer kan gebruiken voor mijn vervolgboek en een grote lijster tenslotte toe.
De dag kan niet meer stuk. Laat de winter maar komen.