Een wat mysterieuze titel leidt dit blog in.
Op het platteland van Roemenië, in het bergdorp Magura kwam ik een opmerkelijk informatiebord tegen. Gelukkig – dank u – stond er een Engelse vertaling bij. Specifiek werd ik aangetrokken tot het deel The fire of Sumedru.


De datum dat dit feest wordt gehouden, heidens als wat, laat daar geen misverstand over bestaan, ook al is Roemenië het meest gelovige land van Europa, is apart. Vrij, heel vrij vertaald, zou je het kunnen beschouwen als een eindejaarsviering en “Halloween” inéén. Zij het dan dagen vòòr wij het, gecarnavaliseerde en geïmporteerd verAmerikaanste feest, vieren op 31 oktober. Of in het weekeinde daar vooraf gaand. Uiteraard komt er een vuur aan te pas.
Het vuur markeert het overlijden van het oude en de geboorte van het nieuwe. In Nederland zijn daar de Oud en Nieuw vuren en paasvuren met een gelijke betekenis. Maar het letterlijk benoemen van death scenario op het informatiebord geeft al een glimp van de totaal andere verstandhouding tot de dood zoals men die in Roemenië beleeft. In Nederland is de dood op afstand geplaatst toen in de jaren 60 de uitvaartondernemingen in het leven geroepen werden – pun intended – en de begrafenisrituelen, voorheen onafgesproken gedeeld en verdeeld onder de naaste buren, verdwenen. Nederland heeft een vreemde relatie met de dood gekregen de laatste zeg, 50, 60 jaar. De dood is steeds enger en ongewenster geworden. Ergens voelt men onderhand ook wel het gemis aan rituelen, getuige de steeds persoonlijker invullingen – onder hevige reclame daartoe van diezelfde uitvaartondernemingen – kassa !
Een heel bijzonder voorbeeld van de veel sterkere, natuurlijkere verbinding met het einde zag ik in het allernoordelijkste van Roemenië, tegen Oekraïne aan, in Sapanta. Daar is een begraafplaats die ook wel ‘de vrolijke begraafplaats’ wordt genoemd. Kleurrijk is het zondermeer. (Sowieso: waar vindt men fraaiere kerken dan in Roemenië?)

De begraafplaats is er, onder toestroom van toeristen “gezellig druk.” Wat de overledenen daar nu zelf van gevonden zouden hebben is een goede tweede, maar ik heb nog nooit zo’n levendige begraafplaats gezien. De grafs”stenen” zijn van hout, prachtig beschilderd en voorzien van een schildering die de overledene kenmerkt – het beroep dat hij of zij uitoefende. Daaronder een tekst die de overledene typeert. Soms puur informatief, soms ironisch (‘Drink niet zoveel als mij’). Geen strenge steen met alleen naam en data, maar een in memoriam, wat mij ook al zo trof in de foto’s van overleden mensen die bevestigd waren op verlaten houten huizen in een bergdorp in Bulgarije. De doden, kortom, worden veel meer levend gehouden en herdacht dan dood. Zo, lijkt het tenminste. Je hoort er nog gewoon bij, zogezegd.

Wat een vrolijkheid kan men denken. Kleur en langdurige fleur, óók of juist na je overlijden. De dood niet als iets weggestopt en gauw vergeten, maar het leven onsterfelijk gemaakt in kleur, beeld en woord. Bijzonder.


Frappant blijft het, als, terug in Sibiu, met een gids een aantal houten kerken worden bezocht. Deze houten kerken komen met name in Maramures voor, en doen wel wat denken aan de Noorse houten staafkerken. Lopend op een van de begraafplaatsen daar valt mij iets opmerkelijks op. Mensen die nog leven zijn al vermeld op de grafsteen. Dat ziet er wat macaber uit, maar laat, hoe dan ook, zien dat de dood in Roemenië veel meer bij het leven hoort dan bij ons. Of is dit te poëtisch gesteld en valt dit onder ‘een goede voorbereiding is het halve werk?’ Ik kan het mij haast niet voorstellen. Maar als je dit in Nederland zou zien zou je gek staan te kijken. Natuurlijk: een gereserveerde grafruimte, maar zó gereserveerd.. ?

