Een interessant artikel van Luciano Pezzoli over de zogeheten Oseberg stijl – genoemd naar de decoratiestijl op voorwerpen, gevonden in het scheepsgraf van Oseberg – is opgenomen in het – lijvige – boek The Norse sorceress. Dat boek, overigens, begint nogal taai, maar zodra we bij de beeldcultuur en voorwerpen aanbelanden, betovert dit boek je en laat niet meer los.
De Oseberg stijl, omschreven als ‘characterises the initial phase in what has been considered Viking art’ wordt door Pezzoli geherdefinieerd als ‘niet zozeer een stijl, als wel de decoratie aangetroffen op een groep voorwerpen gevonden binnen het scheepsgraf van Oseberg.’ De stijl daar op aangetroffen vindt geen – logisch – vervolg op voorwerpen uit de vroege Vikingtijd in Scandinavië, wat al de vraag oproept of we hier van een stijl an sich kunnen spreken, en zo ja, of het wel Scandinavisch is. Zeker – het schip wat men aantrof staat zo ongeveer symbool voor de hele Vikingtijd. Tegelijkertijd is de vorm waarin het aangetroffen is, qua decoratie uniek in wat wij verbinden aan de Vikingtijd en – vooralsnog – op zichzelf staand.
Pezzoli constateert dat, kijkend naar de ornamentering op – in dit geval de houten wagon die gevonden werd in het scheepsgraf – ‘the craftspeople of the wagon had definitely seen proper Scandinavan knotwork since they were able to miminc its geneal outlook, but did not have the neccesary experience to understand its inner workings.’
Pezzoli komt uit bij de zogeheten Perm bevolking, die deel uit maakten van een grote groep van Fins-Oegrische bevolkingsgroepen tussen de Kama rivier en de westelijke zijde van het noordelijk en centrale gedeelte van de Ural (gebergte.) De overeenkomst tussen de zogeheten Perm dierstijl en de stijl aangetroffen op de houten wagon van Oseberg is drieledig. In de eerste plaats constateert Pezzoli dat het beeld(verhaal) gewoonlijk onderverdeeld is in drie lagen. De onderste laag representeert de onderwereld, verbeeld met grote hagedis-achtige wezens of bevers. De middenlaag laat deels mens deels diergelijkende figuren zien. In de bovenste “laag” dier of dierhybride figuren dicht tegen de hemel die en face worden afgebeeld, dan wel enigszins omhoog kijkend. Het gehele beeldverhaal wordt vaak omgeven door touwachtige decoratie/begrenzing die slangen verbeelden en de drie lagen met elkaar verbinden. Ze ‘lijken een een kosmische ordening te verbeelden, meer als een geïllustreerd mythologisch verhaal dan werkelijke decoratie.’
De verbeelding van dieren, delen van dieren, mensachtigen die overvloeien/transformeren in diergeesten, dicht op elkaar afgebeeld, met “dieren binnenin dieren” stemmen overeen met het beeldverhaal op de houten wagon van Oseberg. In dit beeldverhaal is ook geen enkel spoor van vlechtwerk, een kenmerk dat ook afwezig is in Oeral-Siberische dierstijl (kunst.)
De slang speelt de hoofdrol in het narratief hier. Deze sluipt, gedurende het beeldverhaal, in de afgebeelde dieren, wolven en katten en zelfs in het gezicht van een mens – en lijkt het einde van de wereld aan te kondigen ‘Is this the end of all things?’ vraagt Pezzoli zich af. Het leidende thema op de decoratie op de wagon lijkt zich af te spelen rondom de symboliek van de slangen.

Nog interessanter wordt het in 2006 als de uitkomsten van dna analyse op de aangetroffen skeletten in het scheepsgraf van Oseberg uitgevoerd worden. Twee vrouwen werden begraven, een jongere en een oudere. DNA analyse op de jongere vrouw wees uit dat deze in een dna groep geplaatst kon worden die uitwees dat zij afkomstig was van een plaats buiten Europa, waarschijnlijk Iran. Een ander gebied waar deze dna groep wordt aangetroffen is het gebied van de Perm aan de voet van het Oeral gebergte.
De vraag die, volgens Pezzoli, dan boven komt is – als we uit gaan van een decoratiestijl op de wagon gebruikt, die zijn oorsprong heeft in de Perm dierstijl, waarom ambachtslieden uit dat verre gebied, opdoken in Oseberg? Werden ze naar het gebied, waar de begraven vrouw(en) klaarblijkelijk, gezien de rijke begraving, grote invloed hadden, getrokken om een specifiek verhaal “mee te geven”? Zou één van de twee vrouwen een spirituele vertegenwoordiger zijn van de elite uit de Perm zijn, vergezeld door haar eigen ambachtslieden, vraagt Pezzoli zich af.
Interessant, tenslotte, is ook dat een detail van het houtsnijwerk, aan de voorzijde van de wagon, nagetekend in het artikel, ook wolftandige omlijningen laat zien. Wolftandige omlijningen, waar ik al eerder over schreef vanuit een Slavisch perspectief, wat echter mogelijk zijn oorsprong veel verder terug vindt naar het oosten, zoals in dit artikel ook, terecht, afgevraagd wordt. Nog meer intrigerend wordt het, als we het beeld bekijken binnen deze wolfachtige omlijningen: een slang dringt hier het oog binnen van een mensfiguur. Pezzoli legt hier de link met Odin, die een oog opgaf voor het verkrijgen van kennis.
Het geeft eens te meer aan dat we het beeld en het beeldverhaal van Scandinavische decoratiestijlen uit de Vikingtijd in breder perspectief moeten (blijven) zien dan alleen Scandinavïe’. Laat staan dat we deze exclusief begrenzen en uitsluitend “Scandinavisch” noemen.
Luciano Pezzoli, geboren in Rome, bekijkt vanuit een verfrissend, romaans, perspectief de beeldcultuur in de Vikingtijd. Onderzoekers als hij stellen nieuwe, intrigerende, vragen die onze blik verwijden.