4 mei – Dodenherdenking

Er was, in méér dan één opzicht, iets vreemds aan de hand gisteravond.

Voor het eerst – dat ik mij kan herinneren – stemde ik niet af op De Dam of de Waalsdorpervlakte zo rond 19.45. Ik bespeurde mij er op dat ik er geen zin in had. Toch iets om stil bij te staan, omdat jaar in jaar uit, decennium in decennium uit, het voor mij een bijkans heilig iets was. Mijn ouders maakten de oorlog bewust mee, en in de jaren 70 en 80 was het sowieso thuis not done om níet op Nederland 1 af te stemmen en de uitzending vanaf de Waalsdorpervlakte. De duinomgeving spreekt – en sprak – mij altijd al meer aan, omdat we vlak achter de duinen woonden. De twee minuten stilte werd slechts doorbroken door de zingende nachtegalen in het duin. Het had ook iets beklemmends, die 2 minuten, het greep mij altijd aan, op de een of andere manier. Maar het was vanzelfsprekend. Het móest.

Gisteravond dus opeens niet. Ik stond er absoluut bij stil: ergens klonken kerkklokken vanuit Westenholte (of Zwolle), die al vanaf 19.00 luiden en vlak voor (of: met) 20.00 stil werden. Gek genoeg merkte ik dat dat meer indruk maakte dan zo’n hele uitzending op tv. Beeld werd vervangen door slechts het sonore gebeier van klokken. Een geluid wat zo vaak dienst deed in de vroeger televisie-loze maatschappij, en het dorp of de stad verbond. Dat vind en vond ik ook altijd de makke bij het kijken naar de herdenking op de Dam. Het is allemaal zo georkestreerd, zo massaal. Dan liever de stille omgang en kranslegging op de Waalsdorpervlakte en de bijna sacrale Bourdonklok, omgeven door het daarbij passende duinlandschap.

Maar terug naar de vraag: waaróm keek ik niet? Dat vergt toch enig zelfonderzoek. Ben ik die uitzendingen “beu”? Had ik gewoon een keer “geen zin”, en hoe komt dat dan? Was de herdenking op de Dam al te veel in het nieuws geweest – met typisch Nederlands gedoe wat in mijn ogen vermeden had kunnen en moeten worden? Of was er iets anders aan de hand – of: een combinatie van factoren?

Allereerst de herdenking van gisteravond. Ik denk dat de herdenking op de Dam al een factor is geweest om er niet naar te kijken (maar ik had dan wél op de Waalsdorpervlakte kunnen afstemmen). Is dit omdat in de hele aanloop naar 4 mei de godgeklaagde – aard der verschillende Nederlanders om de hoek kwam kijken? Van voorverkoop en ja hoor: dóórverkoop van tickets, alsof het een concert betreft, tot aan de organisatie dit keer, die eigenlijk het failliet aankondigt van de spontane bijeenkomst zonder voorwaarden die dodenherdenking vòòral is?

Het régende, heet het. Ik herinner mij menige Dodenherdenking dat het weliswaar niet regende, maar wel bijna vrieskoud was. Dat kan dus niet het argument zijn. Als je het gevoel hebt op een plaats te móeten zijn, omdat die plaats op dát moment staat voor iets wat jou en alles even overstijgt, dan ga je.

Maar wat is het dan toch, dat zelfs ondergetekende niet meer zijn tv aanzette? Naderen we een kritisch aantal jaren sinds de Bevrijding, 80 jaar, waarbij die tijdspanne – een mensenleven – teveel afstand begint te krijgen tot een beleving van Dodenherdenking zoals we sinds de jaren 60 gewoon werden? Is er teveel oorlog in de media, en dus dagelijks in beeld, waardoor ons eigen verleden meer verdrongen wordt?

Allemaal vragen, die geen bevredigend antwoord geven voor mij, op de vraag van: Waarom gisteravond niet?

De afgelopen jaren sprak, bij het schrijven van mijn boeken – en spreek ik – nóg – mensen die – zeer bewust – de oorlog meegemaakt hebben. Hoe beleven zij Dodenherdenking anno 2024? Daar ben ik nog meer benieuwd naar, dan het gekrakeel anno 2024 rondom een Dodenherdenking op de Dam in Amsterdam met alle lelijke kanten van de Nederlandse zo gevierde handelsgeest die dit oplevert.

Ik ga het ze vragen, en kom er ongetwijfeld op terug in een volgende column.

Gepubliceerd door Thomas Kamphuis

Gepassioneerd Vikingtijd, natuur en cultuur liefhebber.