Een boerderij stervend in schoonheid.

Boerderij Zalkerveerweg 9

Een boerderij. Een afscheid.

Is mijn camera vergroeid met mij of met deze boerderij? Zó vaak heb ik afgelopen ruim zeven jaar deze boerderij gefotografeerd. In alle soorten sneeuw, in alle soorten van door bloemenweide omgeven voorjaarsdagen, in alle soorten van helverlichte zomerdagen, in alle soorten van terugtrekkend licht in de nazomer en herfst. Gisteren moest het wéér. Het móest en het zou.

Ik kom de zoon van de boer tegen. De boer is afgelopen zomer naar een verzorgingshuis gegaan en dat hij niet meer terug gaat naar de boerderij is dan al maanden duidelijk. Maar nu gaat de boerderij dus verkocht worden. Het kan langer duren of snel gaan, maar zeker is dat daarmee het einde van de boerderij nadert. Een nieuwe bewoner gaat er iets geheel nieuws op zetten wat inhoudt dat de door mij zo geliefde aanblik van de boerderij vroeger of wat later tot een einde gaat komen. Ik zeg zijn zoon gedag en ik besluit gelijk op dat moment de boerderij helemaal rond te lopen en te filmen. Ik moet het nú doen. Straks dient zich een nieuwe bewoner aan en loop je niet zomaar meer over het land natuurlijk. Dat land wat een heel klein beetje van mij mocht worden, voor zo lang het mocht duren. Ik neem foto’s vanuit allerlei hoeken. Hoe vaak heb ik deze boerderij – en zijn bewoner – niet op de foto gezet? Ik kan er een apart fotoboek van maken, en het komt er vast wel eens van.

Het is namiddag op een grijze sombere januaridag. Een graad of 4. Het weer en het licht kunnen niet passender. Een plechtstatige rondgang verdraagt nu geen vogelgezang en fel zonlicht. Alles is stil. Doodstil. Een mist kondigt zich in de verte aan. De boerderij van de boer sterft in schoonheid. Dat kan een makkelijk cliché zijn, maar hier klopt het. Een in elkaar gestorte schuur, de klimop die bezit neemt van het dak, de vervallen schuren. Steenmarters zijn de nieuwe bewoners geworden. De bewoner vertrokken, de ziel dwaalt nog rond maar is aanstonds te verdwijnen.

De rondgang voelt als een fase in afscheid nemen. Het nog zo lang mogelijk willen vastleggen wat aanstaande is te verdwijnen. Ik leg de Laatste der Mohicanen vast. Dát, wat overbleef in de tijd. De enige boerderij die – ondanks zijn aandoenlijke geknutsel van her en der een aanbouwtje – nog de geest van de voorbije tijd ademde tussen alle vooruitgang en nieuwbouw.

Wat blijft is de herinnering aan al die keren dat ik de afgelopen acht jaar hier naar keek, mij verwonderde, de eerste foto van de boer nam in vol ornaat – klompen, blauwe overall, kenmerkende blauwe mutsje – in de sneeuw en alle beelden die er op mochten volgen sindsdien, in de seizoenen en in alle weersomstandigheden.

Baken van onveranderlijkheid in een steeds sneller veranderende wereld.  

Nog heel even..

‘Afscheid nemen is een beetje sterven; sterven aan dat waarvan men houdt. Men laat een beetje van zichzelf achter in ieder uur en elke plaats.’

Edmond Haraucourt
Frans dichter, componist en schrijver (1856 – 1941)