Natuurblog 30 november 2020

Als winterliefhebber pur sang zijn de eerste genietmomenten binnen. Gisteren zo’n heldere wintermiddag. Lopend langs de heide bij Kootwijk vliegen verschillende raven in de lucht.

De Veluwe is toch wel hét winterverblijf van de raven. Het schijnt dat de dit jaar geboren raven er zich verzamelen en er wel eens een groep van 100/125 is geteld. Op de heide – of wat daar van over is – is voor de rest geen mallemoer te beleven, maar enkele koppels raven zorgen ervoor dat deze wandeling niet direct de vergetelheid in raakt. De eerste midwinterhoornblazersoanbloazers – op de Ugchelse heide verhogen de namiddag-winter-stemming.

Vervolgens: gisteravond. Pure magie. De temperatuur zakt al in de late namiddag onder het vriespunt en ’s avonds stijgt er een lucht op, die ik alleen van de wintersport ken bij windstil weer. Dat is dan zo’n avond waar het nog (grotendeels) helder is, maar de belofte van sneeuw de volgende dag, in de lucht hangt. Pure vrieslucht, die steeds vochtiger wordt en die zich mengt met vele snuiven hout of steenkoollucht, met een toef uitlaatgas, zoals die alleen maar kan ruiken bij deze temperaturen. Vroeger zat er nog lood in de benzine en was deze lucht nog sterker. Ik vond dat dus niet stinken, maar ik ben dan ook een rare.

Vanmorgen was de lucht helemaal betrokken. De thermometer hut heeft het tot -3.7 graden geschopt, waarmee alvast afgelopen winter verslagen is. Pas aan het einde van de morgen komt het kwik boven nul. In het begin van de morgen heeft het zelfs licht geijzeld. En dat eind november.. daar wordt een mens blij van.

In de tuin zijn er van die typische wintergezelschappen. Zag ik eerst een stel van 3 vinken, een mannetje en twee vrouwtjes, vanmorgen heeft een vierde vrouwtje aansluiting gevonden.

Merels zijn in een ongebruikelijke samenstelling vertegenwoordigd. Een oude(re) man en twee vrouwtjes. Het is niet helemaal duidelijk of het elkaar verdraagt, maar in de schemer zitten ze altijd gedrieën in de appelboom. Ik vermoed dat ze overnachten in de klimop. Tegen de schemer is het ‘tik tik tík’ te horen, wat ik altijd hét wintergeluid van de namiddag noem.

Afgezien van een grote bonte specht, die afgelopen vrijdag opeens veelvuldig opdook, op de vogelpindakaas pot in de appelboom, is het aanbod nog wat gewoontjes. Maar wie weet, wat er van de winter nog op duikt. Al een hele tijd heb ik geen sperwer in de of over de tuin vliegend, gezien. Het kan zijn dat hij nog genoeg in het buitengebied vindt, waar men de laatste jaren velden met uitgebloeide bloemenakkers laat staan.

Het is inmiddels twaalf uur en de temperatuur wijst 0.1 graad aan. Eíndelijk een wintergevoel!

Gepubliceerd door Thomas Kamphuis

Gepassioneerd Vikingtijd, natuur en cultuur liefhebber.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: