Natuurblog 22 april 2021

Camperland Agrarische Natuurvereniging

Iedere dag is er nu wel wat te zien. Het klompenpad lopend in de Vreugderijkerwaard zien we twee zeearenden; het zijn jonge exemplaren zonder de kenmerkende witte staartband. Ze veroorzaken heel wat paniek bij de ganzen en eenden, maar vervolgen op gegeven moment hun weg, oostwaarts, daarbij op de hielen gezeten door een zwarte kraai, die blijkbaar niet bang is en zijn nest hier in de buurt heeft.

De verrassing van vandaag – dank, medevogelaar die ons hier op attent maakte – zijn niet één, maar twee blauwborsten, een paartje, wat zich op de grond in wat kruidachtig gewas ophoudt. Natuurlijk, het mannetje, dat zag ik vaker, maar al niet van zó dichtbij. Maar het vrouwtje? Ik kan het mij niet herinneren.

Het lukt me moeiteloos om ze op slechts 5-7 meter afstand te filmen en te fotograferen. Óf ze zijn inmiddels mensen hier gewend, óf absoluut niet bang. Toch blijft het een opmerkelijk, welhaast tapuitachtig in hun gedrag, tafereel.

Witsterblauwborst in de Vreugderijkerwaard 22 april 2021

Ondanks het nog gure aprilweer met noordenwind, vinden ze hier blijkbaar al voldoende voedsel in de vorm van insecten.

De verassing binnen de verassing is echter het vrouwtje wat zich net zo zichtbaar laat zien. Misschien vindt ik haar nog wel mooier dan het mannetje, maar dat zal vast en zeker komen omdat ik het mannetje zo goed ken. Maar de verfijnde kleur blauw bij de snavel en op de keel, terwijl ze voor de rest een pure schutkleur heeft, is een contrast wat je niet zo snel tegen komt bij het vrouwtje van een vogelsoort. Ja, een wilde eend vrouwtje heeft natuurlijk ook een blauwe ‘spiegel’, maar dit is toch van een andere orde.

Over wat nieuw gekomen is (blauwborst) en (al lang) verdwenen is gesproken..

Terug lopend over de Zalkerveerweg hou ik even halt bij een intrigerend bord.

Tja, Zeker, ik ken dit stuk polder net buiten Westenholte. Hier wordt laat – lees: pas in de loop van juni – gemaaid. Tot die tijd ontwikkelt zich er een zowat kniehoge akker met wilde grassen en bloemen waar dan weidevogels geacht worden ‘hun kans te pakken’. Maar ja, de laatste kieviten, helemaal rechts op het land richting Westenholte, verdwenen al 10, 15 jaar geleden. En ja, er zitten heel soms wulpen op het land, en ze overnachten daar. Maar broedende weidevogels? Nee, dat lijkt voltooid verleden tijd. Althans: op deze schaal. Zeker: het is een mooi stuk land wat laat gemaaid wordt, maar de omliggende landen worden dat wél en bovendien (grotendeels) verkeerd bemest, met een gierwagen die de gier in de grond uitrijdt. Werd de mest nog – zoals vroeger – gewoon bóven de grond verstrooid en bestond deze nog uit vaste mest gemengd met stro, dan kwamen hier veel meer insecten op af.

Maar: niet alleen de boer is debet aan het verdwijnen van de weidevogels. Het succes van de roofvogels de afgelopen tientallen jaren maakt óók dat weidevogels meer dan ooit bescherming nodig hebben. De weidevogel heet beschermd te zijn, de roofvogels zijn dat echt. Vooral de buizerd en havik heeft zich fors uitgebreid, de afgelopen tientallen jaren. Oók mooi vogels, maar het kan niet van beiden één zijn. Daarbuiten heb ik ook het gevoel dat het succes van de ooievaar ook niet altijd gunstig is voor weidevogels. Zo’n ooievaar lust ook wel eens wat anders dan een kikker of verdwaalde mol. En de steenmarter waart hier ook rond..

Kijk je naar zo iets banaals als ‘het weer’ dan merk je de laatste 10, 15 jaar dat het voorjaar steeds droger wordt en de grond daarmee snel hard. Zeker de kleigrond in deze polders. Voor een vogel met een lange dunne snavel, die in keiharde grond zijn voedsel geacht wordt te vinden, kan het volbrengen van een broedsel een onmogelijke opgave worden door dit weerverschijnsel alleen al.

Maar laat ik niet te cynisch zijn. Het is zonder meer toe te juichen als een agrariër mee doet aan agrarisch natuur- en landschapsbeheer. Maar wil men hier echt wat weidevogels terug krijgen dan zullen belendende percelen betrokken moeten worden in hun beheer én van in ieder geval één stuk een plas/drasgebied gemaakt worden. Of het te realiseren is? Alles is te realiseren Camperland Agrarische Natuurvereniging. van het Collectief Noord-West Overijssel Agrarisch Natuurbeheer. Maar de randvoorwaarden moeten kloppen. Zijn er nu niet méér boeren te mobiliseren dit verder vorm te geven in de aansluitende percelen? Wie deze boeren zijn, is bij jullie bekend. Benader deze boeren, actief. Als ik hierbij kan helpen, laat het mij weten.

Hoe het ook zij: laten we deze ‘groene long’ tussen Westenholte en de Vreugderijkerwaard in, koesteren. Waar vindt men aan de buitenrand van een grote(re) stad nog zo’n gebied? Iets om zuinig op te zijn, nog meer te worden én te blijven.

Gepubliceerd door Thomas Kamphuis

Gepassioneerd Vikingtijd, natuur en cultuur liefhebber.

Eén opmerking over 'Natuurblog 22 april 2021'

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: