Natuurblog 1 september 2022

Op vakantie in Duitsland voel ik mij altijd thuis komen. Is het de gemoedelijke sfeer? Het kneuterige? De zweem van vergane glorie en jaren 70/80 sfeer, welke in kleine plaatsjes ademt? Eén van die plaatsjes is Hahnenklee, een deelgemeente van de gemeente Goslar. Maar Hahnenklee ligt rustiek verborgen, weg van de snelweg. Je moet echt weten dat het er is.

De verrassing van Hahnenklee begint al dat er een grote Noordse staafkerk te zien is. Wel ‘begin 20e eeuw stijl’. Nagebouwd van het echte werk. Het doet enigszins bevreemdend aan hier, maar toch ook weer niet. Ik heb sterk het gevoel dat bij Hahnenklee het spannende “Midden en Oost Europa” begint, en daar past zo’n kerkuitspatting dan wel weer bij. U zegt: ‘Maar wat heeft een Noordse staafkerk nu met natuur te maken, want dit is toch een natuurblog’. Patience my tinsle angle, zoals Fish van Marillion zou zingen (in Chelsea Monday).

Wat nu precies de beteknis van Hahnenklee is, is mij nog niet duidelijk geworden. Ik weet dat ‘klee’ voor klaver staat. Een Kleeblattfibel is immers een drielobbige, klavervormige broche uit de Vikingtijd. Maar wat die hanen er voor moeten? Nog los van wie op de naam gekomen is. Het wapen van Hahnenklee is echter een auerhoen. Dat magische auerhoen, wat mij al sinds mijn zeker 12e intrigeert. Nog nooit gezien, ja, een exemplaar in een zogeheten ‘open Duitse dierentuin’. Maar dat enorme hoen – ergens baltsend, verborgen in een ver veldje, diep in het sparrenbos: nee. Dat is nog een onvervulde wens.

Stadhuis van Hahnenklee

Verwarrend, bij een hotel staat de hahn als haan afgebeeld, maar betreft hier de Hahnen de auerhoen? Dat zou, gezien het gemeentewapen meer duidelijkheid verschaffen. Hoe dan ook, zo’n plaats met het auerhaan in het wapen straalt als vanzelf iets geheimzinnigs uit. Omdat je de vogel nooit ziet. Die geheimzinnigheid blijft ook bestaan bij de gratie dáár van, natuurlijk. Er moeten dingen verstopt blijven. Aan het oog onttrokken.

Terug naar Hahnenklee. Het ligt op 560 meter hoogte in de Harz en ademt een zekere vergane glorie uit. De vergane glorie van wintersportvakanties dichter bij huis, toen deze gebieden nog in zwang waren en veel sneeuw zekerder dan in onze 21ste eeuw.

Verlaten, gesloten hotels. Een nogal communistisch ogend appartementencomplex op de heuvel, net aan de rand van Hahnenklee, een erg jaren 70 hotel bij het Krahnenmeer, die zich aanbiedt voor € 18 per nacht. Nee, Hahnenklee heeft zijn glorietijd ver achter zich. Maar.. wellicht leeft het weer op in deze dure tijden als er weer eens sneeuw ligt en men een goedkoper alternatief wil. Want: de prijzen in Duitsland vond ik nog steeds Onnederlands. Het Nederlandse vindt ik, is het sneaky profiteren van de verhoging van de gas en elektraprijs. In Duitsland niets van dit al. Ja, het is wat duurder dan wel geweest is, maar niets van die gekte.

Maar terug naar dé verrassing van deze vakantie. Die begint bij aankomst op het balkon.

Ik hoor een schreeuwend geluid. Iets wat even mechanisch lijkt te zijn, en ik in verband breng met een haperende of stopgezette kabelbaan in de verte. Maar dan opeens dringt het tot mij door. NOTENKRAKER ! Het moet een notenkraker zijn. Hier? Tja, die sparrenbossen, het zou kunnen. Zo’n dorpje. Maar je rekent daar helemaal niet op. Hoe vaak zijn we wel niet in zulke dorpjes geweest over de jaren en hebben nooit wat gehoord of gezien van een notenkraker. Wilde jachtzoektochten in de Ardennen. Nul op rekest. Niente nada.

In de vooravond opeens, een vlucht en weer die schreeuw. En verdomd ! Opeens zit er één in een populier.

Je staat toch stom te kijken. De dolksnavel en witte stuit én het typerende notenkraker geluid sluiten echter iedere andere vogel uit. Er zijn verschillende stadia van opwinding als je een vogel voor de eerste keer ziet. Natuurlijk: in Estland. In de zware schemer van een oktobernamiddag, en nog vrij ver weg ook, in een spar. Dat blijft uniek. Maar de mooiste keer, afgezien van die show in Wageningen van een dwalend exemplaar, is toch echt deze keer geworden.

Wat de slagroom op de taart deze kaart was, was de roep van de notenkraker, die ik nog nooit zo helder en van dichtbij gehoord heb. Het is een onmiskenbare roep. Degene die nog nooit de roep van de notenkraker gehoord heeft, zou hem hooguit nog kunnen verwarren met die van een Vlaamse gaai. Maar de notenkraker “zang” is veel in- en doordringender.

Bij nadere bestudering wordt duidelijk waarom er notenkrakers rondom het appartement zitten. Het zijn enkele hazelaars om ons heen die ze naar de bebouwing lokt. Óf ze hebben alle hazelnoten al opgegeten, óf er zijn dit jaar nauwelijks hazelnoten, maar ik ben getuige van één van de laatste noten die uit de hazelaar gehaald worden.

Het is lastig filmen zonder bril op, maar een glimp vang ik dan toch op. Hij of zij vliegt met de hazelnoot naar een hoge spar er naast en bewerkt met de dolksnavel de noot. Het is ongelooflijk hoeveel kracht een notenkraker kan uitoefenen met zijn snavel. Dat moet ook wel, anders krijgt hij de keiharde schil niet open.

Als klap op de vuurpijl een notenkraker in de vlucht. Een paar dagen achtereen zien of horen we de notenkrakers. Een onvergetelijke ervaring.

Nu zou ik dit natuurblog kunnen eindigen met de eindeloze velden dode sparren in de Harz, die aangetast zijn door een bepaalde kever en die hele heuvels een grijze aanblik geven, maar dat doe ik dus niet. Ik eindig dus met de vrolijke notenkraker in de vlucht.

Op een namiddag in Hahnenklee in de Harz. Vergane glorie of niet, ik kom hier terug. Het heeft iets troostends dat dit soort plaatsjes nog bestaan. Stilstand. Dát is pas vooruitgang.

Gepubliceerd door Thomas Kamphuis

Gepassioneerd Vikingtijd, natuur en cultuur liefhebber.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: