Er is een scene aan het eind van Monty Python’s The holy grail, waarbij een stel ridders, met elkaar in gevecht raken. Opeens verschijnen er 20e eeuwse politiewagens in beeld met loeiende sirenes die een eind maken aan het gevecht. Hilarisch natuurlijk, maar ook een opluchting. Soms moet er op onconventionele wijze ingegrepen worden om een eind te maken aan een maar – ogenschijnlijk tot het einde der tijden – voortdurend iets.
De rechter – als we de rechter niet hadden ! – deed gisteren uitspraak in een kort geding welke belangengroepen hadden gemaakt naar aanleiding van de datum waarop de Nederlandse regering excuses gaat maken, 19 december. Zij wilden dit tegen houden en de datum verplaatsen naar 1 juli, de datum waarop jaarlijks de slavernij wordt herdacht.
Het is niet helemaal duidelijk waarom de regering 19 december heeft uitgekozen maar ik denk dat men een zekere kerstgedachte in gedachten had, een verzoenende tijd. Je hoort ook wel zeggen dat het nu ‘moet’ omdat het draagvlak onder de Nederlandse bevolking aan het afbreken is. Nu moet een regering zich lang niet altijd alles aan een draagvlak gelegen laten liggen – anders komen we nergens – maar in deze kwestie lijkt hij mij op zijn minst relevant doordat er in het geheel en al geen draagvlak is bij 99,5 % van de Nederlandse bevolking – als je het zou vragen. Werkelijk níemand – behalve een stel belangengroepjes – is bezig met ‘het slavernijverleden’ in Nederland. Kunnen we over 50 of 100 jaar nog steeds verlangen van generaties dán, dat deze nog heel erg bezig zijn met het oorlogsverleden van 1940 – 1945? Nú al, is de Dodenherdenking op 4 mei verwaterd tot een duizend dingen doekje waarin álle slachtoffers, ook na de Tweede Wereldoorlog gevallen, herdacht worden. Om het maar ‘relevant’ te houden anno Nu.
Dat is ook wel typisch Nederlands gedacht en wat lui, alsof huidige en toekomstige generaties zich bij voorbaat totaal niet zouden kunnen of willen identificeren met die oorlog. Soms moet er óók meer moeite gedaan worden. Maar dwingen kun je huidige, laat staan toekomstige generaties niet. Dat geldt voor de Tweede Wereldoorlog, dat geldt voor het slavernijverleden. Dat wordt door belangengroepen nogal eens vergeten. Zoals ook nog wel eens wordt vergeten in welk land men woont. Je kunt niet continue oppositie voeren in een land wat jou van nature niet vijandig is of tegen werkt. Wat keuzes biedt, je in vrijheid ook die keuzes laat maken. Maar niet onbeperkt, uiteraard.
Iedere tijd heeft zijn eigen verleden en kwesties en kunnen niet oneindig doorgezet worden naar generatie X of Z – of door hen eigen gemaakt, alsof het pas gisteren, en persoonlijk, zo beleefd én ervaren is. Het kan ook zijn dat men 1 juli eenvoudigweg niet geschikt achtte omdat er voor die tijd een onoverbrugbaar conflict zou ontstaan over de invulling. Dat daartoe alle aanleiding voor was en is, blijkt alleen al uit de reactie van de advocaat van de belangenroepen. Ik citeer (RTL nieuws):
Advocaat Joancy Breeveld reageerde teleurgesteld op de uitspraak. “Er wordt hier onrecht gedaan aan een groep waar het eigenlijk om gaat. Het gaat om de zwarte nazaten. Dat zijn mensen die het zwaarst hebben geleden onder deze verschrikkelijke slavernij van drie eeuwen en daar wordt nu niet naar geluisterd.”
Mijn verbazing steeg weer tot ongekende hoogten. Hoe kunnen nazaten in de zoveelste generatie ná 1870 de mensen zijn die het zwaarst hebben geleden onder de slavernij? Kan eens klip en klaar uitgelegd worden hoe deze mensen lijden onder iets wat 150 jaar geleden afgeschaft is en waar ieder weldenkend mens in Nederland a) totaal achter staat maar tegelijkertijd b) niets heeft omdat het geen nationaal beleefd verleden is?
Het zou hetzelfde zijn als wij tot in 2195 Duitsers gaan lastig vallen met het oorlogsverleden. Als je dat anno Nu zou doen zouden Duitsers je raar aan kijken dat je hen persoonlijk daar op aanspreekt. Aanspreekt op een verleden waar zij – persoonlijk, de generatie Nu – part noch deel aan hebben. Het zou ook raar zijn als Nederland, als je nog steeds de huidige generatie(s) Duitsers ter verantwoording zou roepen.
Ligt de maand december misschien gevoelig bij Surinamers? Dat zou hoog tijd worden, 40 jaar na de Decembermoorden. Ga dáár eens mee aan de slag, zou ik zeggen. Ga eens iets met 8 december doen wat verantwoordelijken pijn doet. Die tijd wordt al veel te lang onder het tapijt geschoven, in Suriname zelf zeker, waar het adagium onder de kiezers was ‘wiens brood men eet, wiens brood men spreekt’.
Verontwaardiging is dus per definitie selectief. Maar in Nederland is de slavernij van 150 jaar terug het belangrijkste.
Nogmaals: Goed dat er een rechter is. Die de overheid op het rechte pad dwingt, dan weer de burger terecht wijst op het feit dat de overheid niet een keuzemenu is, die tot al en nog wat gedwongen kan worden omdat die burger het eist. Want die burger is maar boos over ál en nog wat. Zonder boosheid, geen bestaan zo lijkt het wel. Men wíl helemaal niet stoppen met boos of verontwaardigd zijn.
Een onpartijdig persoon, boven alle politieke partijen staande. Hij bestaat nog: hij heet de rechter. Soms fungerend als een regisseur, die, bepaalde verschijnselen of geitenpaadjes beu, in een cruciale tijd, ingrijpt. Met of zonder sirene.