Als ik op het platteland ben, ben ik altijd alert op boerderijen. Liefst de wat oudere van vòòr 1950. Enkele weken terug was ik in Duitsland in Diepholz. Veel boerderijen in – althans dit deel – van Duitsland, zijn modern, van ruim na de Tweede Wereldoorlog. Niet verwonderlijk, gezien de geschiedenis van dit land. Duitsers van net over de grens komen soms in het oosten van Nederland kijken naar oude boerderijen. Boerderijen van zeg, vòòr de Tweede Wereldoorlog en de 19e en 18e eeuw. Veel oude boerderijen in Duitsland werden vernietigd in de zogeheten Dertigjarige Oorlog (1618 -1648). Wie goed kijkt en zoekt ziet heel soms nog wel een oude boerderij staan, maar het overgrote deel is van recent(er) datum.
In Brümmerloh zag ik een opmerkelijke boerderij.

Nog niet eens bijzonder oud ogend, uit 1938, viel mij bij het stalgedeelte een decoratie op.

Boven in de muur van de schuur is een decoratie te zien van 3 in de steen door openingen vormgegeven kruizen te zien.

Men zou dit als decoratie kunnen beschouwen, maar dat is het niet.
In Jan Bornebroek’s De extra dimensie van het platteland – Sporen van magie, volksgeloof en volksgeneeskunde in het oosten van Nederland worden ramen met magische symboliek besproken. In F.E. Farwerck’s, Noordeuropese mysteriën en hun sporen tot heden wordt over de mythe van het Wilde Heir, de Wilde Jacht, gesproken, het paardenleger onder aanvoering van de voorchristelijke, heidense Wodan, die in de kortste nachten van het jaar – in de decembermaand en begin januari – door de lucht vloog onder groot geraas.
Dit heidense gezelschap had speciaal oog voor stallen. Wie in de 3 Jul-nachten – onderdeel van de zogeheten Twaalfnachten, die op gekerstende wijze vallen in de periode van Kerstavond tot Driekoningen – zijn staldeuren niet bekruiste (!) vond de volgende morgen zijn paarden zwaar bezweet en bijna gebarsten, omdat zij meegenomen waren. Ook St. Nicolaas, die veel aan Wodan ontleend heeft, werd blijkbaar met de Wilde Jacht in verband gebracht, want als het in Overijssel begin december stormde, dan zei men daar dat St. Nicolaas en zijn knechten door de lucht joegen. Deze aanwijzing staat niet op zichzelf: in Twènter laand en leu en lèven van C. Elderink (1937) getuigt deze van een 80 jarige boer uit Rossum en hoe deze zijn paarden tegen de nachtmeer ofwel nachtmerrie beschermde. Deze had een paard, dat telkens weer hierdoor geplaagd werd, maar hiertegen bestond een middel, dat hem zeer afdoende was gebleken. Onder de manen sneed hij de haren van het paard in den vorm van een kruis weg (noot: ook hier wordt wederom geen christelijk kruis bedoeld, maar een X vormig teken). Door zijn zoon, een man van ongeveer 50 jaar, werd met overtuiging bevestigd, dat het paard, zo lang van dit kruisteken nog iets zichtbaar was, nooit door de nachtmeer gekweld werd.
Volksgeloof en volksleven (1909) vermeld ook nog het één en ander over de onheilafwerende symboliek van het kruis. Bij De Nachtmerrie wordt als probaat middel genoemd.. ‘de schoenen moesten gekruist voor het bed staan en met de opening daarheen’. ‘Elders tekent men op deur of bedstede een tooverfiguur, het z.g. “Trudenkruis”. Dit is een Pentagram of Hexagram, dat eigenlijk een gestileerde voet is, want oude wijven met platvoeten hield men voor maren. Ook hier wordt de mare als kwelgeest voor de huisdieren benoemd: Zij rijdt in den stal de paarden af. Genoeg aanleiding dus de staldeuren van een paar ferme kruizen te voorzien.
Ligt hier de – verre – oorsprong van de schuine kruissymboliek in ramen op deuren? De ruitvorm met kruis komt men op vele plaatsen tegen, zelfs in zeer gelovige diep gereformeerde gemeenten zoals Staphorst en Rouveen. In zijn meest extreem uitgewerkte vorm zag ik deze eens bij een boerderij richting Warffum, bij Groningen.

Schuur van een boerderij met 3 kruisvensters in Welsum, Overijssel
Feit blijft wel dat deze symboliek wijdverspreid is en tot in Groenland terug gevonden wordt en de ruitvorm ook in de huidige tijd nog steeds wordt gebruikt in na-oorlogse / wederopbouw (boerderij)huizen. De vraag is dan wel, bij wederopbouwboerderijen, of men zich nog bewust was van deze symboliek. Maar ook daar verscheen deze symboliek exclusief op de deelzijde van de boerderij.
Het zou interessant zijn, de bewoners van de boerderij in Brümmerloh te vragen of zij zich bewust zijn van de decoratie en of zij zich bewust zijn van de betekenis, anno 2023.
Wellicht ga ik daar nog eens achteraan..
Eén opmerking over 'Onheil afwerende tekens op boerderijen'