Een overgangsweek. Van almaar zonnig naar almaar wisselvalliger. De herfst komt er aan, en daar is ook de wind weer terug. Van de week was er opeens mist. Daar kijken we tegenwoordig van op. Vroeger had je veel vaker mist. Soms dagenlang achter elkaar. Hoe dat kan? De lucht is afgelopen tientalen jaren veel schoner geworden en waterdamp hecht zich veel minder aan de lucht tot zo’n hoeveelheid dat mist ontstaat. Maar als het er een keer is.. pure magie. Ik ben mistgek. Vraag me niet af waarom. De wereld wordt kleiner dan klein. Je ziet alles op een andere manier. De spinnenwebben in september, bijvoorbeeld.

Je kunt de spinsels nog poëtischer benaderen door de spindraden als het werk van de lots- of schikgodinnen de Nornen te zien.

Ik heb altijd bewondering voor zo’n spin gehad. Dagenlang doodstil zitten wachten tot er iets in je web vliegt. Zijn dit de geduldigste wezens op aarde? Je kunt ook even niet weglopen. Opeens kan er iets in je web zitten en moet je er als de kippen bij zijn. Zouden spinnen net zo lang zonder eten kunnen als een slang? Het moet wel. Het is afwachten en afzien.

Rond de tuin zijn opeens ook de staartmezen weer terug. Typisch zo’n herfst en wintergast. Geen idee waar ze vandaan komen. Een extra vakantievlucht vanuit het noorden of oosten?

Ze kondigen zich altijd luid en duidelijk aan. Het is altijd een feest als ze op de vetbollen af komen, wat nu en dan gebeurt.

Het is nu wachten op de eerste koperwieken en iets later vaak, de kramsvogels. De koperwieken vliegen alleen over. Pas als er echt dikke sneeuw ligt of het extreem koud wordt aan het eind va de winter, komen ze naar de tuinen toe. Eind februari 2018 gebeurde dit.
Ik loop mijn vaste ronde langs de Zalkerveerweg. Opvallend: ik zie nu toch echt al enkele weken geen één ooievaar meer. Alle lijken weggetrokken. Oók opvallend: de roeken zijn opvallend vroeg terug op de velden.
Het betrekt meer en meer. Tijd om op huis te gaan. Paul van Vliet omschrijft dit zo mooi in zijn nummer ‘September’
Een rode zon
Een stille zee
De nevels in de morgen
Een vogel neemt de zomer mee
De toekomst ligt verborgen
Stilte voor de najaarsstorm
Afscheid van de groene bomen
Heimwee en een nieuw begin
September
Tijd om thuis te komen
Paul van Vliet omschreef september als de maand dat voor hem het voorjaar begon. Ik herken dat. In het najaar begint het bij ook pas te stromen. Misschien heb je zomer- en wintermensen. Ik ben een wintermens. Mentaal én lichamelijk voel ik veel meer rust.
Het goede halfjaar is gelukkig weer aangebroken.
