U denkt wellicht: geen foto bij dit blog? Tja, dat is bewust. Soms zijn beelden totaal overbodig. U bent niet gewend van mij opinies aan te treffen op deze website. Slechts één maal eerder heb ik mij hier aan overgegeven.
Deze tijd. We beleven hem allemaal op een andere manier. De één staat het water aan de lippen, de ander heeft een – zij het voortschrijdend – onbestemd gevoel, die niet minder drukkend kan zijn. Waar men nog geen jaar geleden klapte voor het verzorgend personeel, is de sfeer, onder een minderheid van de bevolking, dat gezegd hebbende, 360 graden omgedraaid. Zelf ben ik een aantal maanden geleden definitief vertrokken van social media. Ik zie al jaren dat social media een slotakkoord zijn van een samenleving die te zeer vergroeid is geraakt met apparatuur (mobiele telefoon, internet en I-Phone). In zich zelf hoeft het ‘online gebeuren’ niet schadelijk te zijn voor wat dan ook. Integendeel. Vele vruchten zijn geplukt van internet en op het gebied van beschikbaarheid van informatie is het ongeëvenaard.
Hebben wij het als samenleving te goed, of slechter dan ik altijd denk? Het veilige, want ogenschijnlijk gemakzuchtige, antwoord luidt: ‘ik denk beide’. Het ‘te goed’ in de samenleving is m.i. begonnen halverwege de jaren 90. We mochten in 1995 gek gaan doen (programma ‘Over de rooie’). In 1996 verscheen ’15 miljoen mensen’, het al 25 jaar door mij verfoeide lied van Fluitsma en van Thijn. De zin ’15 miljoen mensen, op dat hele kleine stukje aarde, die schrijf je niet de wetten voor, die laat je in hun waarde’ somt voor mij nog steeds kernachtig in één zin op, waar het sindsdien mis is gegaan. De uitbarsting van collectief (zelf)medelijden na het overlijden van prinses Diana (1997), mobiele telefoon (in 1998 gewoon geworden onder de gewone man), het vieren van een soort ‘fin de siècle’ verveling (Big Brother, 1999, De bus, 2000), I-Phone en Twitter en Facebook (2007) vervolmaakten de voedingsbodem voor wat nu tot uitbarsting komt.
Het maximale gek doen is bereikt. Blijkbaar zijn de rellen die uitgebroken zijn naar aanleiding van de avondklok nodig voor een overheid om wakker te worden. Misschien wel voor een samenleving als geheel. Omdat we het – beslist – goed hebben, sluipt er een zekere verveling in. Soms is verveling goed – zelfverkozen verveling kan reddend zijn, zie Tom Dumoulin. Het even niet weten is een emotie die meer mensen zich zouden moeten toelaten. Langdurig stuurloze verveling, echter, ontspoort. Omdat we het – beslist – zéker niet op orde hebben (toeslagenaffaire, woningnood, een stortvloed aan opleidingsmogelijkheden afgezet tegen te weinig normale banen, een verzorgingsstaat – en dan met name genoemd: de Mount Everest hoge verwachtingen die wij daarover hebben, die tegen zijn grenzen aangelopen is)
Onvrede. Ik begrijp het. Beiden.
Deels zie ik een geestelijke opstand die zich op meerdere fronten afspeelt. Verschillende ‘boosheden’ barsten uit naast elkaar. Een Pieter Omtzigt toont een emotionaliteit die, naast de emotionaliteit van relschoppers, te lang niet getoond is. De relschoppers is te verwijten dat ze de wereld waar zij deel van zijn, aanvallen. Begrip zal niemand hiervoor op kunnen brengen. Begrip voor onderliggende oorzaken en angsten bij hen wellicht wel, als deze maar eens geformuleerd werden.
Duidelijk is, dat de wereld, ook los van het online gebeuren enorm aan het veranderen is. Ik zie een rouwproces. Niet alles zal meer kunnen. De vraag die we ons af moeten vragen is: waarom zou alles nog moeten kunnen? De vraag is niet wat r van ons afgenomen wordt, de vraag is hoe een overheid én samenleving terug een veilige(r) omgeving kunnen worden met een beetje agreabele toekomst op het gebied van moraal, werk en huisvesting.
Over de moraal kunnen we ons afvragen: wordt het niet gewoon eens hoog tijd om elkaar weer eens live te zien, dan maar één op één voorlopig, ja, op die anderhalve meter afstand. Weg van dat urenlange, deprimerend makende, gehang achter zo’n telefoon of ander beeldscherm. En die social media: kunnen die niet op zwart? Permanent? Wat een idiotie deze afgelopen decennium niet hebben aangericht. Tegen al die mensen zou ik willen zeggen: ga je energie buiten maar weer eens kwijt raken. Ga voetballen met elkaar. GA weer eens verstoppertje spelen. Speel voor mijn part Hunted na (te zien vanaf deze maandagavond). De spelende mens. Ook, en met náme, goed voor volwassenen. In de buitenlucht.
Soms moet je als bevolking elkaar tegen elkaar in bescherming nemen.
De bescherming, waar men, te pas en te onpas, in alle toonaarden, dagelijks zelfs om roept.