Groot misbaar in het dorp! Vlakbij het kleine winkelcentrum, hoog in een eik zitten twee nesten. Er wordt wat afgeschreeuwd..

Tot mijn verbazing blijken het twee paartjes roeken te zijn. Waarom ik verbaasd ben? Omdat de plaats welke zij gekozen hebben, eigenlijk tegenwoordig niet meer ‘des roeks’ is. Hele kolonies zie je altijd in de buurt van de wat grotere benzinestations, waar eten gehaald kan worden. Dat is voor de roek het eerst verdiend, als de mens dan wat achter laat. Een aantrekkelijke broedplek langs de snelweg kan het toch niet zijn. In vooral het buitenland zie je ze ook wel in de buurt van oude kerken. Maar zo midden in een dorp, dat is toch iets van vroeger. Ik ben benieuwd hoe dit zich de komende jaren gaat ontwikkelen.

Eerst denk ik dat het vroege jongen zijn van de zwarte kraai, die op het punt van uitvliegen staan, maar tegelijkertijd lijkt mij dit wel héél vroeg. Het zijn dus roeken. De vrouwtjes hebben al op het nest plaats genomen en bedelen luidruchtig om voedsel. De mannen vliegen zo af en toe van het nest en dan weer terug met blijkbaar iets eetbaars.

Opeens zijn daar dus twee nesten. Gaat deze uitgroeien tot een nieuwe kolonie? Mochten de nesten volgend jaar toch verlaten blijven, bieden zij een uitgelezen broedgelegenheid voor de ransuil, die al eerder hier vlakbij – in een vod van een oud kraaiennest – zijn plek gevonden had. Ransuilen zijn luie wezens. Maar geef ze ongelijk. Of zijn hun snavels eenvoudigweg niet er op gebouwd om met takken te gaan slepen?

Ik ben blij met de roek. Even later zie ik de twee mannetjes rondvliegen even verder op. Ze zingen allerlei geluiden, die soms wel aan die van een alpenkraai doen denken. Ze zijn daarmee duidelijk te onderscheiden van een zwarte kraai. Die zit ook meestal doodstil op zijn nest te broeden. De roek maakt zich luid kenbaar. Van al een paar honderd meter afstand, zo blijkt als ik naar huis loop. Wat een volume.

En zo is er altijd weer iets wat verrast. Al wekenlang kijk ik in iedere boom of zich daar toch niet een ransuil bevindt. In de schemering was er een paar weken terug, vlak bij het park, nog een te zien. En er zijn zat oude kraaie- of eksternesten waar ze hun plek kunnen vinden nu. Net als de ransuil voelt de roek zich midden in het dorp veiliger dan in het buitengebied, waar de havik loert of misschien zelfs een verborgen jager.
In het verleden zijn roeken vervolgd om vermeende ‘kwaaden eighenschappen’. Gedode roeken worden vaak opgehangen in een poging andere roeken af te schrikken.
De roek een onheilsbrenger ?
Ik zeg: puur geluk. Dat ze maar hun vaste plaats gevonden mogen hebben hier.
De roek: dé vogel van het oosten van het land.
Roeken vestigen vaak kolonies bij tankstations langs de snelwegen omdat ze elders meestal verdreven worden door de mens en op deze plekken langs de snelweg niet.
LikeLike