Wat langzamer dan we afgelopen maarten gewoon waren geraakt, sluipt de lente dan toch dichterbij..

U zult zich afvragen; wat zie ik hier. Tja, vogels vliegen soms weg als je een foto neemt. Deze merel, want dat is het, is dinsdag druk begonnen met het bouwen van een nest in onze klimop. Vooral in de ochtend uren wordt er af en aan gevlogen.

Man merel bemoeit zich nergens mee en eet de hele dag vrolijk door terwijl het vrouwtje het werk doet.

Het is te hopen dat het broedsel succesvoller wordt dan vorig jaar, toen ik al snel een ei op de grond vond, aangevreten. Vermoedelijk het werk van een steenmarter.

De tuin is ondertussen een stuk groter geworden; de schuur weggehaald en het tiny forest geplant. Er moest volgens de beschrijving 3 keer 5 kilo stro overheen om te mulchen. Het lijkt mij erg veel, maar ik doe het maar. 340 kilo bemestte aarde er onder, lavameel er overheen; dat zal de truuc moeten doen dit jaar. Het mulchen zorgt er voor dat de bodem natter blijft en voedingrijker en het geren met een gieter, zoals de afgelopen jaren in het voorjaar en ook zomer, minimaal zal blijven.

In de Vreugderijkerwaard zijn de kluten terug. Ze zijn de voorhoede van de echte lente invasie van vogels.


Een typische vogel van het vroege voorjaar is de pijlstaarteend, die je nu vaak ziet, te herkennen aan zijn spits uitlopende staartveren.

Nu pas begint het klein hoefblad te bloeien. Dat is andere jaren wel eens veel eerder geweest.

Op het oude pad naar het Zalkerveer zie ik langs een hek pluis van hazen liggen. Sporen van het ‘rammelen’ wat ze in deze tijd doen. Dat gaat er niet zachtzinnig aan toe.


Op de zuidhelling van de dijk bloeit nu hondsdraf, op sommige plekken als een paars heideveld.

Een buizerd heeft ook al zijn nest betrokken. Deze is bijzonder plaats en honkvast. Ieder jaar zit hij hier in een elzenbosje.

Op een stuk land langs de Zalkerdijk is men goed bezig. Een stuk land wordt weer grotendeels ingericht zoals het op ze veel plekken gewoon was, vroeger. Een water met populieren en wilgen er om heen. Fruitbomen bij elkaar geplant zodat dit straks weer boomgaarden worden. Waar weer leven in kan komen. De bomen zijn gelukkig niet als sprietjes gekocht, dus dit kan al snel wat worden. Minder gras, meer afwisseling in het landschap. Minder aangeharkt. Ik hoop dat dit de hervonden toekomst is.

In het buitengebied zijn zowaar enkele scholeksters te zien. Vroeger zo normaal als een meeuw, zijn ze sinds de laatste tientallen jaren met zeker 75% afgenomen, zoals zoveel weidevogels. Al weken hoor ik ze ’s nachts bij Westenholte vliegen. Ze broeden op de platte daken van bedrijfsterrein Voorst. Tot enkele jaren terug broedden ze ook wel op de platte daken van bungalows in Westenholte, maar daar zie ik ze niet meer. Daar zijn de jongen ook snel kansloos als ze aan de wandel gaan of naar beneden willen. De eerste de beste kat zit dan op ze te wachten. Hoe ze het in het buitengebied houden weet ik niet, maar roofvogels zijn daar de bedreiging. Het is niet alleen de landbouw die debet is aan de achteruitgang van weidevogels.

En zo wordt iets, wat ooit zo gewoon was, toch weer bijzonder om te zien.