Twilight encounters..
In maart is het altijd wachten. Wachten op de lente. Die dit jaar niet enthousiast komt. Er lijkt niet zoveel te gebeuren, tot, dan, eindelijk, de laatste week van maart. De dag er voor zag ik al een vader en dochter onder een boom stil staan en van verre hoorde ik ze: twee ransuilen. Het mannetje met een dieper ‘whoé’ geluid, het vrouwtje antwoordend met een tortelduifachtig, nasaal ‘whéh’.

De avond er op weer gaan kijken. Het luistert nauw. Er is een soort ‘gouden kwartiertje’ nu, tussen 19.15 en 19.30 waarin ze zich laten zien. Het is het moment waarop de ransuil uit zijn ‘daagse verschuilplek’ komt, eens plaats neemt op een tak, zich uitrekt, de veren eens opschudt en eens bedenkt hoeveel trek hij nu heeft. Ze zijn beslist niet erg schuw, maar enige afstand blijft wel gepast.

Ergens hoor ik het vrouwtje roepen, maar onzichtbaar waar. Even later zie ik haar in een andere boom. En dan gebeurt het: opeens vliegen ze uit, naar de schemerjacht, zo lijkt het. Maar het is een heel ritueel. Ze vliegen rondjes. Het vrouwtje blijkt even later op een nest plaatsgenomen te hebben, roepend. Het mannetje vliegt nauwelijks 10, 15 meter van ons langs met zijn lange vleugels. Wat hebben ransuilen toch opmerkelijk lange vleugels, als je hun bescheiden gestalte in ogenschouw neemt. De slag is traag, bijna onecht, maar zo vliegt deze uil. Enorm gracieus, alsof hij niets weegt. Wat gezien zijn gewicht ook wel zo is. Dan plots, duwt hij zijn vleugels nóg dieper onder zijn lichaam en maakt een klappend geluid er mee. Pure magie. Dit is de balts in volle vlucht. Het is geen vliegen meer, het is kunst. Een enorme vlinder met veren. Betoverend.
Dan, opeens, vliegt het mannetje weg. Het wordt helemaal donker en ze nog zien is bijna onmogelijk geworden. Het gouden kwartiertje is voorbij.
Het hoogtepunt van de dag. De lente is toch echt begonnen.

Eén opmerking over 'Natuurblog 24 maart 2021'