Bent u de omgekeerde vlaggen langs de wegen en waar al niet meer en de malle boerenzakdoeken al beu? Ik wel.

We hebben het nog nooit zo goed gehad, maar zijn over van alles boos in Nederland. Misschien heeft het één met het ander te maken. Het land is in crisis, zegt men. Ik zie het vooral als een gezagscrisis. En nu laat de koning ook nog Frank Masmeijer vrij… Zoiets viel vroeger misschien niet op op een lome achternamiddag van 20 juli, maar de tijd is verandert en weer voelt onze koning die tijd niet aan.
Er is geen ontzag meer voor het gezag, en daar heeft het gezag zelf de hand in. Een kleurenkaart vlak voor de zomer openbaren waar dan in staat waar hoeveel geminderd moet worden op stikstof. Vervolgens gaat de regering twee maanden zomer vieren. En zit iedereen weer te wachten tot september totdat er misschien íets van een idee van ‘hoe nou verder’ komt. 25 miljard in het vooruitzicht stellen en met pijn en moeite enkele honderden miljoenen vrijmaken voor het oplossen van een probleem waar uiteindelijk wij, de consument, de Rabobank en zuivelbedrijven de oorzaak van zijn geweest. Ik snap het allemaal.
Worden we nu straks boos op de boer als we twee kwartjes meer gaan betalen voor zijn liter melk, of de boter, of andere melkproducten? Omdat die dat gewoon natuurlijk al 50 jaar verdient? Of komen we dan ook in opstand omdat het altijd zo goedkoop was en steken we de boerenzakdoeken in brand? En kalken we #boosopdeboer op onze vlaggen?
Eerst maar eens over die vlag. Die vlagneiging van de laatste jaren snap ik niet zo. Het is de zoveelste uiting van het publiek uiten van rouw om een verandering, waar we de laatste 25 jaar niet meer zo goed tegen schijnen te kunnen. De malligheid begon met het klappen voor Diana, na het verongelukken van haar in 1997. Even lekker schoppen tegen koningin Elizabeth. Het gezag verdween gezag te zijn, of: werd te afstandelijk ervaren. 25 jaar later willen we in wezen weer afstand, getuige de verontwaardiging over onze koning die een drugsdealer vervroegd vrij laat. Ben je een beetje populair, laagdrempelig bezig als koning, dichter tussen het volk kán niet, is het wéér niet goed. Maar ál te goed is hier ook buurmans gek.
2014 zag wekenlang geklap bij de repatriëring van de omgekomenen van het neergeschoten vliegtuig boven Oekraine. Tot de laatste vingerkoot werd geklapt. Waarom werd daar voor geklapt? Omdat het beantwoordde aan een slachtofferschap van mensen die op de viaducten stond en langs de snelwegen. We werden, hoe dan ook, weer eens gered. WE waren al te lang ontheemd. Er is iets sinds de ontkerkelijking in onszelf neergestort. En daar rouwen we om. Weliswaar ná de dood (de talloze zwarte auto’s waarmee de overblijfselen van de omgekomen vliegtuigpassagiers op Nederlandse bodem terug kwamen en naar hun laatste rustplaats vervoerd werden), maar het statuur – die een zekere symboliek van verbondenheid met elkaar uitstraalde – waarmee het gebeurde, trof ons en maakte de mensen trots. Dat is het hele issue. We willen trots voelen. Weer trots zijn. De Grote Werken zijn wel gedaan. Er is een nieuw Groot Werk nodig. De grap is dat Nieuwe Grote Werk gedaan kan worden. Meer dan één. Nu. In onze tegenwoordige tijd. Door ons allen. NU. Vanaf vandaag. Maar we moeten het wel eens willen gaan zien. En eens stoppen met klappen voor allerlei symbolen en gekoketteer met betrokkenheid, die afstandelijk is en inhoudsloos.
Eerst werd er voor de zorg gevlagd, toen voor Oekraine, nu voor de boer in nood. De boerenzakdoek kwam er als extra symbool bij. De boer was boos, 50 jaar terug, toen het allemaal grootschalig moest. Ze zijn nu opnieuw boos omdat het kleinschaliger moet. De Nederlander houdt niet van verandering, ook niet als dat uiteindelijk beter is voor hem. De boer en de consument. En ja, ook nog eens voor de natuur. Maar we willen graag gered worden in Nederland, voor ons gezorgd. Van het wieg tot het graf, vandaar dit gevlag.
Ook zijn we, met toch wel heel velen, niet meer zo blij met hoe we geregeerd worden. Het zijn dus symbolen van protest. Toch ben ik tegen die omgekeerde vlag en ook tegen die boerenzakdoek. Punt 1 omdat deze door Jan en Alleman gebruikt worden die nooit een boer spraken of zich er geen barst voor interesseerden. Het zijn dezelfde mensen die een kwast aan hun voordeur gaan hangen, of aan de fiets of aan een lantaarnpaal als de schilders in Nederland verplicht worden met milieuvriendelijke verf te gaan werken en er daarom een aantal om zullen vallen omdat die milieuvriendelijke verf een stukkie duurder is. En dat pruimen we niet. Als we een stapje achteruit moeten doen (meer betalen) terwijl we juist een stap vooruit doen (gezondere verf voor de schilder zijn longen, beter voor het milieu). Maar let op mijn woorden, overal zult u kwasten gaan zien. Te kust en te keur. Kwastoptochten. En spreuken. Dan zijn we – uit het niets – trots op onze schilders. #trotsopdeschilder Ik munt hem maar alvast.
Punt 2: ik vindt het uitsteken van de vlag horen bij hooguit 4 gelegenheden:
# 4 mei. Buiten kijf.
# 5 mei. Buiten kijf.
# Koningsdag. (alhoewel het gevoel daarbij snel tanende is met onze koning die zich afficheert met dubieuze zaken en personen.
# Geslaagd voor eindexamen. Prima.
Nergens anders voor. Niet voor protesten die de vlag misbruiken. Het ondersteboven hangen van de Nederlandse vlag ontkent waarom we 4 en 5 mei herdenken cq. vieren. Het omgekeerd hangen van de Nederlandse vlag straalt een soort burgeroorlog uit. Als een burgeroorlog uitbreekt omdat we geen eten hebben – zoals toch ooit gebruikelijk was – be my guest. Maar niet in een land waar over de 100 miljard aan landbouwproducten wordt geproduceerd en het merendeel van de mens obees rondloopt.
De boerenzakdoek.
Een infantiel verschijnsel. Gebruikt en misbruikt op eenzelfde manier door allerlei volk wat overal een complot achter ziet. De boer zelf mag van mij boerenzakdoeken wat hij wil, maar ná de zomer zal het toch eens tot actie moeten komen. Van de kant van de overheid, van de kant van de boer.
Waarom niet te hoop gereden tegen de Rabobank (die zich alvast zelfverklaard gevrijwaard heeft van het oplossen van schulden van de boer) , de zuivelbedrijven of desnoods óns, de consumenten ? Het is mij een raadsel.
Ik betaal gráág een eerlijk prijs voor ons voedsel. Er is al veel te lang veel te goedkoop, op kosten van de boer, geleefd. Ik gun ze een veel beter bestaan, weg van raaigras, maisvelden, geïmporteerde shit om het vee te voeren en een einde aan de ratrace.
Uiteindelijk zal de grootschaligheid zichzelf de das om doen, we zien dit nu ook bij de zoveelste periode van droogte. De boot is pas écht goed aan als we onverhoopt een droge herfst en/of winter krijgen. Ook het water is véél te goedkoop geweest en, zo blijkt al in landen ten zuiden van ons, eindig.
Maar die omgekeerde vlag – en liefst ook die boerenzakdoek.. wég er mee. . De wereld verandert en verandert snel. We gaan ons aanpassen. We zullen eenvoudigweg moeten. Ons verwende gedrag zullen we moeten afleren. Onze boosheid opzij zetten.
De regering moet gewoon gaan regeren. En de koning? Die raakt met zijn gefrankmasmeijer (het op onverklaarbare wijze bevoordelen van een persoon vanuit een positie die onbegrijpelijk is) steeds verder verwijderd van het volk. Het volk, wat hij té graag omarmt. De van nature koninklijke distantie om zeep geholpen, verlangen wij in diepste wezen naar weer geleíd worden. Door een echte staatsman. Door iemand van en mét statuur (die nu eens niet voor het zoveelste jaar lollig staat te doen op Mysteryland in spijkerbroek en wit t-shirt of overhemd). Leiding vraagt de juiste distantie. En niet de verkeerde distantie van nu van wel feestvieren in een zomervakantie maar de rest van het jaar niet thuis geven. En het volk opzadelen met een kabinet waar niemand na de verkiezingen om gevraagd heeft, qua onveranderde samenstelling. Wie gezag wil uitstralen zal echt eens moeten dóórzetten. En niet een stikstofkaart droppen en dan zeggen: nou, provincies, bekijk het maar. Ophouden met afschuiven. Ophouden met uitstellen. Dit had al 35 jaar geleden gemoeten, jongens. Deze rekening moet nu eindelijk eens betaald worden. Door ons allemaal. Punt.
Of een zakenkabinet die de problemen van onze tijd eens zakelijk – en in de juiste volgorde gecommuniceerd ! – gaat aanpakken.
Het speelkwartier is voorbij.