Caleidoscopisch en vol sfeer.
De nieuwe – alhoewel al in oktober vorig jaar verschenen – cd van The Cult – Under the midnight sun – doet mij weer beseffen hoe snel de tijd voort gaat en ik in die steeds sneller voortgaande tijd – veel – te weinig naar muziek meer luister.
The Cult.. het is een verborgen oude liefde. Ik kreeg het wel mee in de jaren 80, begin jaren 90 maar kocht geen albums van ze en ben – tot mijn schande – nog nooit naar een concert van ze geweest. Uit nieuwsgierigheid hoe ze anno nu zouden klinken kocht ik jaren terug Choice of weapon. Het rockte als een gek, er zat ook van alles intigrerends nieuws in van de 21ste eeuw, maar ik nam er niet genoeg de tijd voor. Ik beluisterde het album een paar keer en het verdween daarna – en dit ligt allesbehalve aan The Cult – in de kast. Om sindsdien niet meer tevoorschijn te komen. En passant verscheen ook nog Hidden City in 2016. Een album wat ik nooit geweten heb, om het maar rond te zeggen. Ik heb het vanmorgen alsnog besteld.
Ligt dat aan YouTube, dat we veel minder snel geneigd zijn een heel album uit te luisteren? Toch ga ik dat weer doen. Het is namelijk hoe een album beluisterd moet worden. Niet hap-snap, maar in een volgordelijk geheel.
Under the midnight sun. Ik las, afgelopen herfst, zeer wisselende reviews. Soms ronduit negatief. Wat ik dus nu, totaal niet begrijp. Maar dan ook echt totáál niet.
Het album kopen .. of? Ik wachtte er uiteindelijk een bijna half jaar mee. Maar ik raakte toch weer nieuwsgierig. Juist door dat YouTube. Ik beluisterde Vendetta, Give me mercy, Impermanence en Under the midnight sun en raakte verkocht. En juist omdat ik niet altijd muziek vlug-vlug op dat YouTube wil beluisteren ga ik terug naar het good old album. Mijzelf dwingen tot het beluisteren van het gehéél. Weer eens de tíjd nemen voor muziek. Ja, The Cult, ook jullie verdienen dat, als vanzelfsprekend.
Mirror is een ‘opstartnummer’. Gelijk die heerlijke gitaar van Billy Duffy. En gelijk het gevoel: ‘Hier gaat iets gebeuren.’
A cut inside is vintage Cult. Native getrommel en de heerlijk alles overwaaierende gitaar van Billy Duffy. De voordracht klinkt misschien meer ingetogen dan 30 of 35 jaar geleden, maar dat komt de muziek alleen maar ten goede. Ian Astbury klinkt nog net zo gemeen(d) en passioneel. Inmiddels 60 jaar – zoals wel meer bands uit die tijd – klinkt zijn stem verrassend goed. Of moet ik zeggen: beter dan ooit? De gitaarsolo halvrwege A cut inside is er één – van de vele – om je vingers bij af te likken en om op roadtrip te gaan. Het klinkt sfeervol stevig. Wat haalt die man een panorama uit zijn gitaar.
Vendetta X is een prijsnummer. Astbury’s stem krijgt alle ruimte. Bekijk dit nummer ook eens live op YouTube, waar hij nóg meer vóluit gaat met zijn stem. En zie, naast luister, hoe goed The Cult nog steeds is. Of: wéér is. The Cult in zijn zoveelste leven. En het dóet er toe. Doet het er dan toe dat dit album net aan 35 minuten klokt? Ben je gek er zitten namelijk geen slechte nummers tussen.
Give me mercy is het volgende prijsnummer met Astbury en Duffy allebei in een hoofdrol. De stem van Astbury heeft voor mij altijd een wonderlijke combinatie van Jim Morrison, David Bowie en die onbestemde indiaan uit een ver verleden gehad. Een Engelstalige indiaan, dat wel. Maar het is een stem die mij op een dieper niveau raakt, en bezig houdt. Ik voel wat hij zingt, zonder altijd precies de woordelijke weergave of betekenis te kennen of te hoeven weten. Muziek met een enorme ziel.
Outer heaven is donker, filmisch. Het is één van de favoriete nummers op het album voor mij. Maar het is lastig kiezen.
Knife through butterfly heart is een fraai nummer. Astbury laat zien dat hij juist als hij kleiner zingt er nog zó veel meer naar voren komt van zijn innerlijk. Fraai, fraai, fraai. Het geeft het album ook een variatie die verrast en uitnodigt tot opnieuw beluisteren. Uiteraard komt Billy Duffy met een logge rif om de hoek kijken, maar de productie blijft open en sferisch. En dan komt er óók nog een idioot fraaie solo om de hoek kijken. Dit nummer neemt je mee, naar wat.. een meeslepend iets.
Impermanence is old school The Cult. Er is maar één iemand die zó gitaar speelt. Er is maar één zanger die zich op deze manier bloot geeft. Het nummer heeft een prachtige melancholie en beschouwing in zich. Als The Cult zo verder gaat – laat ze asjeblieft niet ophouden – poeh.. Ja, en dan denk ik: waarom heb ik deze muziek niet véél vaker geluisterd de afgelopen tientallen jaren? Maar goed, beter op je 53ste gekeerd dan geheel verdwaald. Er is ook zoveel. Maar dat is geen enkel excuus. Want er is maar 1 The Cult. Waarvan akte.
In Under the midnight sun neemt Ian Astbury ons mee naar een midzomernachtzon in Finland in de zomer van 1986. Ik zag dezelfde zon in Zweden in 1988. Het is een emotievolle afsluiter van dit kleurrijke album. Sommigen becommentarieerden dit nummer als de ideale soundtrack voor een James Bond film. Absoluut. Maar laten we vooral niet die James Bond film afwachten. Drink het op met een goed glas wijn, een stevig bier, in de volle zon, in de schemering, op een lange winteravond en nacht. In blijdschap en niet-zo-blijdschap.
The Cult heeft één van zijn mooiste stukken 35 minuten muziek aan ons gegeven. En dat is een geschenk anno 2023.

Tipi in Padjelanta National Park, Zweden, juli 1988 (foto: auteur).