Na het waren twee geweldige dagen winter met Kerst – zelfs een heuse kramsvogel in de tuin afgelopen maandag – was het alweer gedaan met de winter van 2021/2022. Tut tut tut – is dat niet wat voorbarig, hoor ik u zeggen? Ach, het is vooral de abrupte overgang naar weer wat vroeger niet eens eind maart voor kwam, wat mij dat gevoel geeft. Hup even vijftien graden er bij binnen een week tijd. Van net onder nul naar dagenlang dik 12, 13 graden. s Nachts 11 graden. Er wacht ons weer een lange herfst deze winter..
Een diepe zuidstroming toverde gisteren luchten aan het zwerk die je meer ’s zomers zou verwachten. Je kijkt dan in de lucht en denkt morgen krijgen we onweer, misschien vannacht al’. Nieuwjaarsdag 2022.


Het onbehagelijke gevoel van de steeds verder schrijdende opwarming doet zich weer voelen. Oudejaarsdag was de laatste dag in het jaar waarop het nog 15 graden werd. Zeker, in Limburg, maar zo ver is het dus al gekomen. Nieuwjaarsdag was de vroegste dag in het jaar – veel vroeger kan ook niet – dat er al ergens 15 graden gemeten werd. Op sommige plaatsen voor de 3e dag op rij. Overdag voelt het als zo’n dag in de derde decade van maart anno begin jaren 80. En dan wilde het zulke dagen ’s nachts nog wel afkoelen naar 6 graden. Daar zitten we nu – nachtenlang – al 5 graden boven. Spanje had Oudejaarsdag een decemberrecord met 30 graden in Bilbao. En zo dendert het voort. Midwinter. Nog geen eens. Een zuidenwind en het is dik voorjaar. Dik.

Overal bloeien hazelaars. Alsof het niets is.

Bij het Reevediep bij Kampen vliegt een zilverreiger op. Tegenwoordig al zo gewoon dat je er nauwelijks nog van op kijkt. Al even in de nabijheid van mensen ook, als de blauwe reiger. Op de achtergrond zie ik nog meer witte vogels. Het zal toch niet.. lepelaars. Lepelaars schijnen te overwinteren in de Waddenzee, maar hier, in de uiterwaarden, op Nieuwjaarsdag? Het is weer een aparte beleving.

In de tuin is het stil geworden. Duiven bezoeken hem, maar de vele vinken, merels en andere vogels vinden hun kost blijkbaar weer gewoon buiten’. Wat wil je ook, bij dit lenteweer?
Maar, nog niet gesomberd: het is pas begin januari. Het kan alleen maar meer winter worden. Tegelijkertijd denk ik: zou het?