Ik duik in dit muziekblog even terug naar de jaren tachtig. De jaren 80, zeker qua muziek, ik mis ze nog iedere dag. Misschien wel de meest onderschatte band uit die tijd ontdekte ik pas serieus enkele maanden terug. Ze verdienen – alsnog, na bijna 40 jaar – een podium, hier, maar veel breder dan dat. Noodweer. Onder de 50plussers bekend van ‘In de disco’. Bij terugluisteren al een wat apart nummer voor in die dagen.
Op YouTube is er een licht geweest die de twee albums van Noodweer – Rotterdam, bijvoorbeeld (1983) en Het water stijgt (1984) online heeft gezet.
Rotterdam Bijvoorbeeld klokt nipt 30 minuten. A conclusive affair, zoals je zou kunnen stellen. In de beperking laat zich hier de meester zien. Laat ik eens beginnen bij Rotterdam, bijvoorbeeld, welke aftrapt met het titelnummer. Tekstueel rauw, eerlijk “een onopvallend man verkracht zijn dochter, moederlief houdt haar hand vast”. Muzikaal: rauw, gelaagd, sfeervol en vooral: knáp. Jos Bloemkolk bezingt het beste wat Nederpop ooit heeft voortgebracht. Het gaat voorbij Nederpop. Hier is niets populairs aan, bij aandachtige beluistering. Het gáát ergens over, rauw en onverbloemd. Mét de nodige humor. Een soort Doe Maar from hell. Net zoals de band Propaganda midden jaren 80 een “Abba from hell” werd genoemd. De rauwheid van punk, samengevloeid met de new wave van die dagen.
Liefde laat voor het eerst de fretloze bas van Raoul Klebach. De gitaar van Theo van Duijl klinkt behoorlijk als The Police. Slaap kindje slaap is ook weer zo’n funknummer met eenzelfde ‘streetwise’ tekst. Rauw, absurdistisch. ‘Mama sluit je liever hier op, dan in een gesticht’. Het nummer voortgejaagd door de ritmegitaar van Theo van Duijl. De toekomst laat me koud schroeft het tempo wat terug, tekstueel bezingt Jos Bloemkolk alle pretenties van het ‘altijd meer’ en het doen alsof – door velen – alsof het leven oneindig is “ik doe niet mee, ik doe niet mee”. De muziek is slepend, tot het einde van het nummer toe. Heleen is een fantastisch nummer, de fretloze bas samen met de ijle gitaar en keyboard op de achtergrond. Ogenschijnlijk welluidend gaat er een onpeilbaar donkers schuil in de muziek. Donker en swingend. Vooral niet te lief. Commercieel? Wel het laatste waar men aan dacht bij Noodweer. Daarom niet toegankelijk? Juist voor de fijnproever ! ‘Ze waarschuwt niet, maar slaat meteen’. Net zoals Noodweer. Doe mij een lol is Bob Marley op zijn Noodweer’s. ‘Die sudderlappen, die slappe groenten. Ik krijg het al lang niet meer door mijn keel. Het is zaterdagavond. En de maat is vol. Je denkt dat ik thuis blijf. Joh, doe me een lol’. Dat dus. Geweldig.
Dan In de disco ‘Iedereen staat te springen op een blow. Maar ik steel de show in de disco’. Iedere pretentie van die dagen genadeloos de grond in geboord met een paar rake, beeldende zinnen. WO I II en III ‘Eerst had je ’14 – ’18 spektakel overal’ en zo gaat het dan verder. Actueel als de neten. Een dreigend nummer. Een soort ‘Als de bom valt’ 2.0.
In 1984 verschijnt Het water stijgt, met iets over de 30 minuten nauwelijks langer. Muzikaal en tekstueel piekt Noodweer hier. Het trapt af met Diepzee en knalt lekker uit je boxen. Fantastische ritmesectie, de bas stuwt het nummer tot grote hoogte. De drums klinken zoals ze alleen in 1984 konden klinken, lekker blikkerig en fel, maar het past bij deze band. Jos Bloemkolk klinkt als een rock’n’roller die voor een jaren 50 microfoon staat te zingen. Prijsnummer. Zo’n nummer wat je bij 30 graden keihard op zet met de kap van je auto. Of het raam wijd open. Amsterdam is een ‘Last night a DJ saved my life’ van Indeep. ‘Ga naar Amsterdam als je niemand bent. Amsterdam is apekool’. Jos Bloemkolk zingt op zijn rauwst en vileinst. Kijk vooral de uitvoering van dit nummer in het toenmalige Sonja op zaterdag : de reactie van het publiek en dan met name Piet Römer. GOUD. dit soort ongemakkelijkheid mis je anno 2022 in alle gescriptheid op tv. Absoluut bekijken. Amsterdam is wat Weerloos samenbalt.
Mijn hart klopt voor jou, een heuse ballad, laat zien wat een goeie zanger Jos Bloemkolk is. Een fretloze bas sleurt je een winterse mistdag in, die je al veel te lang gemist hebt. Wat een nummer. Muziek met een Ziel. Vooral niet blij. Vooral niet commercieel. Hazes de basis? Schei toch uit. Dít is de basis ! Een fantastische gitaarsolo van Theo van Duijl doet het nummer opstijgen. Tijdloze schoonheid.
Scherven van geluk ‘ik zit op de scherven, maar waar blijven de schermen van geluk’ laat een jagende ritmesectie horen en is een welhaast nerveus nummer over geluk.
Het Volkstuincomplex is absurdisme op zijn Noodweer allerbest. Een enorm ‘groovend’ funknummer ‘het leven, het leven valt niet mee’ maakt je aan het dansen. Ook nu nog. ‘Een klein paleis van hout, daar word je wijs en oud’. Bravo, bravo. Hoe kóm je er op?? Jos Bloemkolk zingt het hartstochtelijk. Héérlijk nummer. Met een verwijzing naar het Hof van Eden en Eva die de appel komt proeven. Jalouzie is weer zo’n ogenschijnlijk dromerig nummer met fretloze bas verpakt in een quasi ballad-achtige song. Sfeervol en rauw. Bij uitstek muziek voor een landerige zomernamiddag – of mistige decemberdag. Weerloos is tijdloos.
Grijze muizen bezingt de kleurloze mens in rake bewoordingen ‘grijze muizen, spitsmuizen’ en: ongeëvenaard. Alles in een reteswingende omlijsting. Iedere trompettoon en bastoon is raak. Gepassioneerd bezingt Jos de wereld om zich heen. Mét humor, maar niet om te pleasen. In your face. Kom er nog eens om. Tegenwoordig moet je daar een of andere idioot van een hiphopper voor zijn die zich aanstelt. Dat was toen nog anders. Ze schreeuwen: hoe actueel. De schreeuwers. ‘Haal een bezem door deze beestenstal’. Goedemorgen. Noodweer op zijn rauwst en meest uitgesproken. ‘Maar wij, wij schreeuwen niet. Maar kijken toe vanachter de vitrage’. Noodweer als visionair van de volksgeest.
De parachutist – alweer zo’n prijsnummer. Jazzy. Ging Sting niet in dat jaar óók die toer op? Toeval? Wat een geweldig nummer. Donker, ijl, bijna wanhopig. Kippevel. Zonder N. Ach jongens, als Noodweer toch door was gegaan met muziek maken.. Maar zelden werd een band in twee keer 30 minuten zó samengebald. De essentie zo gevangen en bewaard. Misschien wel nooit. Pearl Jam hoor ik u zeggen. Ja, misschien. Maar dit was 10 jaar eerder.
De gebeten vinger besluit Het water stijgt. Het somt nog eens op wat Noodweer zo indringend maakt: de melancholische fretloze bas, de razendknappe ritmesectie. Een fel hartstochtelijk zingende Jos Bloemkolk. Een nummer zonder ogenschijnlijke kop en staart. Met op het eind een outro wat toch verdacht veel op Thriller van Michael Jackson lijkt.
Noodweer – uniek. Daarom anno 2022 dit blog. Punt.
Zo dan, dat is nog eens een recensie. Zoveel lof is er nog nooit over ons uitgestort. Met uitermate veel plezier gelezen.
LikeLike